Onder de bestaande wettelijke regeling is het mogelijk te regelen dat de uitkeringen uit een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting na overlijden van de directeur-grootaandeelhouder overgaan op de langstlevende partner. De Staatssecretaris van Financiën ziet daarom geen aanleiding voor een aanpassing van de huidige regeling.

Als de wettelijke verdeling van toepassing is bij overlijden hoeft hiervoor niets aanvullends geregeld te worden. Als een testament is opgemaakt, kan het in dit testament geregeld worden.

In de wet is geregeld dat ingeval de directeur-grootaandeelhouder overlijdt voordat de waarde van een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting volledig in termijnen aan hem is uitgekeerd, de resterende waarde van de aanspraak in termijnen moet worden uitgekeerd aan diens erfgenamen voor zover dit natuurlijke personen zijn. Deze wettelijke bepaling wordt door het Register Belastingadviseurs beschouwd als een knelpunt omdat er volgens hen in de praktijk behoefte bestaat het recht op de uitkeringen uit de oudedagsverplichting bij overlijden over te laten gaan op de langstlevende partner.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Editie: 17 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen