Belanghebbende, X bv, drijft een groothandel in beeld- en geluidsdragers. In verband met de strafbaarstelling van seks met dieren in Nederland, brengt X bv 50.000 dvd's over naar Denemarken. X bv start vervolgens een samenwerking met E, een voormalige klant, om de dvd's in Denemarken aan de man te brengen. In 2011 reist A, de partner van de dga van X bv, af naar Denemarken, om de winst te incasseren, en de dvd's op te halen, omdat de dvd's inmiddels ook in Denemarken zijn verboden. E weigert echter om de winst te delen en de dvd's af te geven. Op advies van haar advocaat stelt X bv nog wel een factuur van € 125.000 op voor de onderneming van E. X wil de vordering in 2012 afwaarderen. Volgens de inspecteur is afwaardering echter niet mogelijk, omdat afwaardering alleen mogelijk is als X bv met stukken aannemelijk kan maken dat incassopogingen zijn gedaan en dat deze zijn mislukt.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv de vordering kan afwaarderen. Volgens de rechtbank zijn er namelijk voldoende bijzondere omstandigheden aanwezig om hiertoe over te gaan. De rechtbank acht het namelijk aannemelijk dat X bv, wegens geldgebrek en een hoog procesrisico, ervan heeft afgezien om tot een incassotraject over te gaan. Naar de mening van de rechtbank is dit het subjectieve oordeel van X bv geweest, en heeft zij dat oordeel redelijkerwijze kunnen vormen. Volgens de rechtbank was het namelijk aannemelijk dat de factuur niet zou worden betaald. Het gelijk is aan X bv.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 23 december