Belanghebbende, X, wordt door de Belastingdienst geïdentificeerd als houder van een bankrekening bij KB Lux. X heeft deze bankrekening nooit opgegeven in haar belastingaangiften. In juni 2013 stuurt de Belastingdienst X een vragenbrief over deze bankrekening. Als X in de beantwoording van deze brief ontkent rekeninghouder te zijn, legt de inspecteur de thans in geschil zijnde informatiebeschikking op.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Belastingdienst terecht een informatiebeschikking heeft opgelegd aan KB Lux ontkenner X. De door de Belastingdienst gevraagde informatie was voor de belastingheffing van X voor de jaren 2008 t/m 2011 van belang. De omstandigheid dat het niet ging om een aanzienlijk saldo doet daaraan niet af. Niet kan worden uitgesloten dat X, die in ieder geval in 1994 rekeninghouder was van een KB Lux rekening, ook in 2008 t/m 2011 nog steeds rekeninghouder was van die KB Lux rekening dan wel dat zij, al dan niet via een andere buitenlandse rekening, over (een deel van) het vermogen van de opgeheven KB Lux rekening heeft beschikt. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Informatiesoort: VN Vandaag