Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de brief die het dwangbevel vergezelde alle essentiële kenmerken van de naheffingsaanslag bevat en dat de aanslag daarmee dus toch rechtsgeldig bekend is gemaakt.

X houdt zich bezig met de opslag en distributie van (accijns)goederen voor rekening en onder eigendom van derden. X beschikt hiertoe over een vergunning voor een accijnsgoederenplaats (AGP). In hat najaar van 2013 worden diverse zendingen onder schorsing van accijns verricht naar Italië. Na een rechtshulpverzoek constateren de autoriteiten aldaar dat op het betreffende adres geen goederen worden afgeleverd, ondanks dat de zendingen telematisch als “voltooid” worden aangemerkt. Er wordt wel een computer aangetroffen, die in verbinding staat met Oekraïne. In geschil is de naheffingsaanslag accijns met rente van in totaal € 988.209. Rechtbank Zeeland-West-Brabant handhaaft de aanslag. X stelt in hoger beroep dat zij de aanslag nimmer heeft ontvangen. Op 8 juli 2015 heeft de belastingdeurwaarder een dwangbevel jegens X betekend.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de bijgaande brief van 8 juli 2015 alle essentiële kenmerken van de aanslag bevat en dat de aanslag daarmee dus toch rechtsgeldig bekend is gemaakt. Zo is met de vermelding dat “het tijdstip van uitslag tot verbruik ligt in de periode 2013”, duidelijk voor X wat het heffingstijdvak is. X stelt vergeefs dat de inspecteur niet alle stukken uit een – nog lopend – strafdossier heeft overgelegd. Dat dossier gaat namelijk over een andere verdachte en andere zendingen. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Strafrecht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 9 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen