X parkeert zijn auto in de gemeente Tilburg op een plaats waar alleen na aanschaf van een dagticket geparkeerd mag worden. De parkeerapp van X vermeldt echter een foutief uurtarief in plaats van het dagtarief van € 16,50. X betaalt op basis van deze foutieve informatie € 2,20 aan parkeerbelasting. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar X terecht een naheffingsaanslag heeft opgelegd. Een fout in de parkeerapp komt in beginsel voor risico van de heffingsambtenaar, maar dat neemt niet weg dat op de parkeerder ook een onderzoeksplicht rust. X had de informatie op zijn parkeerapp moeten vergelijken met de borden waarop stond dat parkeren alleen mogelijk was met een dagticket.

De Hoge Raad oordeelt dat parkeerders mogen afgaan op de informatie uit hun parkeerapp. Als die app verkeerde informatie geeft over de parkeertarieven, dan mag dit niet voor rekening komen van parkeerders. Gemeenten, zo benadrukt de Hoge Raad, moeten informatie geven over a) de verplichting om in een bepaald gebied parkeerbelasting te betalen, b) de tarieven en c) de wijze waarop kan worden betaald. Die informatieplicht voor gemeenten geldt ongeacht of de parkeerder betaalt bij de parkeerautomaat of via zijn parkeerapp. De verordening biedt immers beide mogelijkheden en maakt geen onderscheid. Voor gebruikers van de parkeerapp is de gemeente Tilburg tekortgeschoten in haar informatieplicht, omdat die gebruikers onjuiste informatie te zien kregen. Aan X kan niet worden tegengeworpen dat hij is afgegaan op die (foutieve) tariefinformatie. Hij hoefde geen dubbelcheck te doen bij de parkeerautomaat of de borden in de omgeving. Het hof verklaart het cassatieberoep van X gegrond en vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225