Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verlenen van huisvesting door X aan haar werknemers een dienst onder bezwarende titel is. Daarom zijn de teruggaafverzoeken terecht afgewezen.

X is een in Litouwen gevestigd uitzendbureau en stelt personeel ter beschikking aan Nederlandse opdrachtgevers. Tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden verblijft het personeel tijdelijk in Nederland. Aan dit personeel biedt X huisvesting aan. Werknemers die gebruik maken van de door X aangeboden huisvesting betalen daarvoor € 3 per gewerkt uur tot een maximum van € 520 per maand. Dit bedrag houdt X in op het salaris van de werknemers. De werknemers die geen gebruik maken van de door X aangeboden huisvesting, moeten zelf huisvesting zoeken. De kosten daarvan vergoedt X niet. X neemt de huisvesting af van derden. De BTW op de kosten van de huisvesting vraagt X terug via de speciale teruggaafprocedure van artikel 31, lid 2 en lid 3, Wet OB 1968. In geschil is of het verlenen van huisvesting een dienst onder bezwarende titel is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een rechtstreeks verband bestaat tussen het aanbieden van de huisvesting en de vergoeding die de werknemers daarvoor betalen. Daarom is het verlenen van huisvesting door X aan haar werknemers een dienst onder bezwarende titel. Dit betekent dat X de BTW niet mocht terugvragen via de speciale teruggaafprocedure van artikel 31, lid 2 en lid 3, Wet OB 1968, maar de BTW had moeten terugvragen door het doen van BTW-aangifte. De teruggaafverzoeken zijn terecht afgewezen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 4

Wet op de omzetbelasting 1968 31

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 1 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

479

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen