De gemeente Maassluis krijgt voor 2003 en 2004 uitkeringen uit het BTW-compensatiefonds. De gemeente maakt hiertoe zelf een opgave voor 2003. Volgens deze opgave is 82,99 % van gemengde kosten "compensabel" en is 3,24 % van de kosten aftrekbaar in de zin van de Wet OB 1968. De inspecteur rondt de opgave af op hele procenten en past deze ook toe voor 2004. In 2008 constateert de inspecteur bij statistische steekproeven dat de gemeente bij de opgave over 2003 fouten heeft gemaakt. Zo zijn facturen tot de gemengde kosten gerekend, terwijl deze zagen op een (btw-vrijgestelde) school. De gemeente moet daarom over zowel 2003 als over 2004 terugbetalingen doen.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat in de relatie Rijk/gemeente en het BTW-compensatiefonds ook het vertrouwensbeginsel geldt. Uit onder meer HR 5 februari 1993, nr. 14823, V-N 1993/1769 blijkt impliciet dat in deze speciale rechtsverhouding ook de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing zijn. De gemeente maakt echter niet aannemelijk dat de inspecteur had moeten beseffen dat de opgave niet juist was, in die zin dat relatief grote bedragen als algemene kosten werden aangemerkt en werden doorbelast naar niet-compensabele onderwijsproducten. De gemeente is voorts gebonden aan de door haar (onder protest) geaccepteerde voorwaarde dat alleen wordt teruggekomen op het mengpercentage als zich ingrijpende wijzigingen voordoen in de bedrijfsvoering. Het beroep van de gemeente is ook voor het overige ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage