A-G Wattel is van mening dat de vrijval van de afdrachtschuld een belaste vermogensvermeerdering is. De vergelijking met verjaard netto-dividend gaat zijns inziens niet op.

Belanghebbende, X Beheer bv, heeft op haar balans een dividendbelastingschuld staan. De belasting is ooit ingehouden op een dividenduitkering aan haar dga, maar is nooit afgedragen, De belasting kan door het tijdsverloop niet meer worden nageheven. De inspecteur stelt dat de schuld daarom moet vrijvallen en dat deze vrijval aldus de VPB-winst in 2006 vergroot. Volgens Rechtbank Haarlem mag met de vermogensvermeerdering geen rekening worden gehouden. Dit blijkt namelijk uit de jurisprudentie inzake de vrijval van een verjaarde dividendschuld (zie HR 14 maart 1951, nr. B.8965). Hof Amsterdam oordeelt echter dat de vrijval van de dividendbelastingschuld fiscaal niet anders behandeld moet worden dan de vrijval van welke andere schuld dan ook. Het arrest nr. B.8965 is niet van toepassing, omdat het daar de vrijval van een dividendschuld betrof en niet de vrijval van een dividendbelastingschuld. X Beheer bv gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Wattel is van mening dat de vrijval van de afdrachtschuld een belaste vermogensvermeerdering is. De vergelijking met verjaard netto-dividend gaat zijns inziens niet op. Bovendien moet er vanuit moet worden gegaan dat de ingehouden, maar niet afgedragen, dividendbelasting door de dga destijds wel is verrekend in de IB-sfeer. Het maakt daarbij volgens de A-G niet uit dat de dga waarschijnlijk op de hoogte zal zijn geweest van het ten onrechte niet afdragen van de dividendbelasting en hij dus vermoed moet worden geen recht op verrekening gehad te hebben. De A-G concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep van X Beheer bv.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 11 maart

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen