Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Dat de heffingsambtenaar in de herstelverzuimbrief niet heeft gewezen op de mogelijke gevolgen verbonden aan het niet tijdig herstellen van het verzuim, doet daar in de gegeven omstandigheden niet aan af.
Belanghebbende, X, maakt pro forma bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Amsterdam. In een herstelverzuimbrief geeft de heffingsambtenaar X 14 dagen om de gronden van het bezwaar aan te leveren. Omdat X niet reageert, verklaart de heffingsambtenaar het bezwaar niet-ontvankelijk. X stelt dat hij geen rechtsgeldige herstelverzuimbrief heeft ontvangen. De heffingsambtenaar heeft hem in de brief namelijk niet gewezen op het gevaar van niet-ontvankelijkheid.
Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Dat de heffingsambtenaar in de herstelverzuimbrief niet heeft gewezen op de mogelijke gevolgen verbonden aan het niet tijdig herstellen van het verzuim, brengt in de gegeven omstandigheden – waaronder met name de in redelijkheid bij belanghebbendes professionele gemachtigde aanwezig te achten kennis - niet mee dat de heffingsambtenaar het bezwaar in redelijkheid niet niet-ontvankelijk had mogen verklaren. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet bestuursrecht 6:5