X bv doet BPM-aangifte ter zake van de registratie van een Jaguar XJ 3.0D V6 Premium Luxury. De auto is afkomstig uit een andere EU-lidstaat en is een btw-auto. Volgens de aangifte is de verschuldigde BPM € 9.290. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag is opgelegd van € 701. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het onderscheid tussen een btw-auto en een marge-auto geen concreet aanwijsbare onderscheidende fysieke eigenschap van de auto zelf (zie HvJ EU 19 december 2013, nr. C-437/12, V-N 2014/2.18). Er mag dus worden uitgegaan van de laagst denkbare inkoopwaarde. De aanslag wordt verminderd tot € 301. De gemachtigde van X bv heeft het voorstel van de inspecteur afgewezen om de uitkomst van andere zaken af te wachten. Kennelijk wil hij alleen een persoonlijke vete uitvechten. Gelet op het overbodige karakter van deze procedure krijgt X bv daarom geen forfaitaire proceskostenvergoeding, maar wordt volstaan met € 500 voor alle proceshandelingen in bezwaar en beroep. X bv gaat in hoger beroep. De inspecteur overlegt pas op de zitting een verweerschrift.
Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 17 maart 2017, 16/03494, V-N Vandaag 2017/654) oordeelt dat de inspecteur een efficiënte procesgang frustreert door steeds te laat met zijn verweerschrift te komen. Er wordt volstaan met het geven van een laatste waarschuwing. Mocht het weer gebeuren, dan is dit mogelijk reden voor het toekennen van een proceskostenvergoeding, ongeacht de uitkomst van het geschil. X mag op de inkoopwaarde van AutotelexPro een aftrek toepassen, omdat mag worden uitgegaan van een marge-auto als referentieauto (zie HR 27 januari 2017, nr. 15/02273, V-N 2017/7.22). Aangezien de auto nog geen acht maanden oud was en uit het duurdere segment komt, is de 'marge-auto' aftrek minimaal 3,5%. De naheffing wordt dus vernietigd. In tegenstelling tot waarvan de rechtbank is uitgegaan, mag iemand een schikkingsvoorstel om hem moverende redenen altijd afwijzen. De proceskostenvergoeding in eerste aanleg wordt daarom verhoogd tot € 990. Het beroep van X bv is gegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hoge Raad
Editie: 26 oktober