X bv is gebruiker van een hotel in Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch. In geschil zijn de WOZ-waarden over de jaren 2019 en 2020.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarden van een hotel in Rosmalen aannemelijk heeft gemaakt. De heffingsambtenaar heeft de (gecorrigeerde) aankoopprijs van het hotel ten grondslag mogen leggen aan de waardering, ondanks het feit dat twee jaar en drie maanden respectievelijk drie jaar en drie maanden voor de waardepeildatum is gelegen. De heffingsambtenaar heeft de waarden bovendien berekend via de huurwaardekapitalisatiemethode en ook nog een controleberekening uitgevoerd op grond van de Taxatiewijzer Hotels voor het belastingjaar 2020. Het beroep tegen de WOZ-waarden is ongegrond. De rechtbank kent wel een ISV toe van € 1.000 wegens overschrijding van de redelijke termijn. Daarbij verklaart de rechtbank een uitvoerige beschouwing van de heffingsambtenaar over de ISV tardief, omdat die te kort voor de zitting is ingediend. Daaraan doet niet af dat het stuk een reactie is op een nader stuk van X dat ook laat is ingediend en pas kort voor de zitting door de rechtbank is doorgestuurd naar de heffingsambtenaar. De rechtbank legt uit dat de heffingsambtenaar er al eerder mee bekend was dat de redelijke termijn in deze procedure was overschreden.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 6 maart