Hof Amsterdam beslist dat X de zakelijkheid van de door hem in aftrek gebrachte huurbetalingen voor een loods niet aannemelijk maakt. Het is waarschijnlijker dat X de loods voor zijn autohobby gebruikt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Belanghebbende, ondernemer X, werkt sinds het jaar 2008 als interimmanager en organisatieadviseur voor regionale overheden. Bij een boekenonderzoek blijkt dat X vanaf 1 juni 2009 een pand/loods huurt van stichting A. De aanvangshuur bedraagt op jaarbasis € 90.000. X en zijn vader zijn bestuursleden van de stichting. X heeft in zijn aangiften IB/PVV 2009 t/m 2013 de huurbetalingen als ‘overige kosten’ verantwoord. Volgens de inspecteur betreffen het echter privékosten die X heeft ‘omgekat’ naar zakelijke kosten. Gevolg zijn de in geschil zijnde navorderingsaanslagen IB/PVV en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw over de jaren 2010 tot en met 2013 met bijbehorende boetebeschikkingen.
Hof Amsterdam (V-N 2020/38.1.1) beslist dat de informatie over de huurovereenkomst die tijdens het boekenonderzoek naar voren is gekomen een nieuw feit vormt dat navordering rechtvaardigt. X maakt echter niet aannemelijk dat met het huren van de loods enig bedrijfsdoel is gediend. Het is eerder waarschijnlijk dat X de loods voor de auto- en motorsporthobby van hem en zijn vader gebruikt. De huurkosten zijn daarom niet aftrekbaar. X moet, als certified controller, hebben geweten dat de kosten van de loods niet als ondernemingsuitgaven in aftrek konden komen. Er is sprake van opzet. Het hof volgt de door de inspecteur gematigde vergrijpboeten maar matigt deze verder met 10% wegens overschrijding van de redelijke termijn. In die zin zijn de hoger beroepen gegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 22 januari