Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het zonnepaneelsysteem dat X heeft laten plaatsen op het dak van een distributiecentrum niet in zijn geheel valt onder de werktuigenvrijstelling.

Belanghebbende, X, heeft zonnepanelen geplaatst op het dak van een distributiecentrum. Om de gehele installatie (PV-installatie) bestaande uit de zonnepanelen, omvormers, bekabeling en meet- en regelapparatuur te mogen plaatsen heeft X voor het dak een huurovereenkomst gesloten met de eigenaar van het distributiecentrum. Bovendien is een recht van opstal gevestigd. In geschil is de WOZ-waardering van de PV-installatie. Niet in geschil is dat de omvormers, bekabeling en meet- en regelapparatuur van de installaties vallen onder werktuigenvrijstelling. X stelt dat ook de rest van de PV-installaties vrijgesteld moet worden.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het zonnepaneelsysteem dat X heeft laten plaatsen op het dak van een distributiecentrum niet in zijn geheel valt onder de werktuigenvrijstelling. De uiterlijke herkenbaarheid van de zogeheten PV-installatie is namelijk in het geding bij verwijdering van de zonnepanelen. Na verwijdering van de zonnepalen resteren stellages en is het geheel niet meer herkenbaar als zonne-energie-installatie. Dat betekent dat de heffingsambtenaar terecht alleen de omvormers, bekabeling en de meet- en regelapparatuur onder de werktuigenvrijstelling heeft geschaard. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2

Wet waardering onroerende zaken 18

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Editie: 28 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

551

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen