X is tot medio 2012 actief als vennoot van een vochtweringsbedrijf. X huurt daarna een pand met een kapperszaak. X verhuurt de kappersstoelen aan kappers en de bovenwoningen. Vanaf 2013 is X in loondienst als sportleraar. In 2014 duikt zijn naam op in een internationaal strafrechtelijk onderzoek. De inspecteur maakt voor 2012 een vermogensvergelijking. Volgens de inspecteur heeft X in 2012 een camper van € 172.500 gekocht. In geschil zijn diverse (navorderings)aanslagen in de IB-sfeer en vergrijpboeten. In hoger beroep stelt X dat hij de camper slechts voor een vakantie had gehuurd en dat zijn handtekening is vervalst.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat het voor de aanschaf van de camper betaalde geldbedrag van € 172.500 afkomstig was van X en door hem in 2012 als inkomen uit een bron is genoten. Het is namelijk mogelijk dat een derde de camper heeft gekocht en dat die hem vervolgens aan X heeft verhuurd. Voor een bron van inkomen in 2012 die X niet in zijn aangifte heeft verantwoord, heeft het hof onvoldoende aanwijzingen. Het wegvallen in de vermogensvergelijking van de benoemde post van € 172.500 leidt ertoe dat het netto-privé van X in 2012 niet negatief, maar juist positief is. De correcties voor 2013, 2014 en 2015 zijn wel terecht, omdat X voor die jaren ten onrechte de zelfstandigenaftrek heeft geclaimd. Het beroep van X is deels gegrond. De aanslagen en de boeten van 2012 worden vernietigd. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X voorts een immateriële schadevergoeding van € 1500.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 28 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag