Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat gemeenten in de bezwaarfase inlichtingen over de staat van woningen mogen vragen en daarbij zo nodig een informatiebeschikking mogen nemen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X is het niet eens met een informatiebeschikking van de gemeente Huizen. De informatiebeschikking heeft betrekking op een WOZ-beschikking 2020 en de vaststelling van WOZ-beschikkingen over 2021 en 2022.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2022/3009) oordeelt dat gemeenten in de bezwaarfase inlichtingen over de staat van woningen mogen vragen en daarbij zo nodig een informatiebeschikking mogen nemen. Als in het bezwaar de WOZ-waarde wordt betwist en de vragen zien op de feitelijke staat van de woning heeft de heffingsambtenaar zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het antwoord op de vragen van belang kan zijn voor de heroverweging van de WOZ-waarde en daarmee voor de uitspraak op bezwaar. De heffingsambtenaar heeft niet de beginselen van behoorlijk bestuur geschonden door de vragenlijsten meteen met de ontvangstbevestiging op het bezwaar mee te sturen. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar voor het jaar 2020 een informatiebeschikking mocht vaststellen. De informatiebeschikkingen zijn echter niet juist voor de jaren 2021 en 2022 omdat de heffingsambtenaar voor deze jaren geen vragen heeft gesteld. Dat betekent dat het hoger beroep van X gegrond is en hij in aanmerking komt voor een proceskostenvergoeding van in totaal € 3574. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 28 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

407

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen