Elke dag fiscaal nieuws van relevante websites
Error bij het laden van Partial View script (file: ~/Views/MacroPartials/RssNews.cshtml)Het formulier ‘Wijziging aangiftetijdvak loonheffingen’, waarmee voor volgend jaar andere aangiftetijdvakken kunnen worden gekozen, moet uiterlijk op 14 december 2024 binnen zijn bij de Belastingdienst. Is het formulier pas na 14 december 2024 binnen, dan gaat de wijziging pas in 2026 in. Een aangiftetijdvak veranderen kan namelijk niet in de loop van het jaar, zo meldt de fiscus.
De Raad van State meent dat er "zwaarwegende bezwaren" kleven aan het nieuwe stelsel dat het kabinet voorstelt voor de belastingheffing op het rendement op vermogen (box 3). Dat staat in een maandag gepubliceerd advies van de belangrijkste raadgever van het kabinet en de Tweede Kamer. Doe het niet zo, luidt de conclusie.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2025 naar de Eerste Kamer gestuurd. Van Oostenbruggen gaat in op vragen over de samenloop van onderworpenheidstoetsen in de vennootschapsbelasting en Pijler 2, de voorgestelde aanpassing van de objectvrijstelling bij de buiten beschouwing blijvende vaste inrichting en de invoering van GAAR uit ATAD1 in de vennootschapsbelasting.
Het formulier ‘Wijziging aangiftetijdvak loonheffingen’, waarmee voor volgend jaar andere aangiftetijdvakken kunnen worden gekozen, moet uiterlijk op 14 december 2024 binnen zijn bij de Belastingdienst. Is het formulier pas na 14 december 2024 binnen, dan gaat de wijziging pas in 2026 in. Een aangiftetijdvak veranderen kan namelijk niet in de loop van het jaar, zo meldt de fiscus.
De Raad van State meent dat er "zwaarwegende bezwaren" kleven aan het nieuwe stelsel dat het kabinet voorstelt voor de belastingheffing op het rendement op vermogen (box 3). Dat staat in een maandag gepubliceerd advies van de belangrijkste raadgever van het kabinet en de Tweede Kamer. Doe het niet zo, luidt de conclusie.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2025 naar de Eerste Kamer gestuurd. Van Oostenbruggen gaat in op vragen over de samenloop van onderworpenheidstoetsen in de vennootschapsbelasting en Pijler 2, de voorgestelde aanpassing van de objectvrijstelling bij de buiten beschouwing blijvende vaste inrichting en de invoering van GAAR uit ATAD1 in de vennootschapsbelasting.
De afschaffing van de 27-jaarsgrens voor eerstegraads bloed- en aanverwanten voor het toeslagpartnerschap veroorzaakt geen stijging van de benodigde capaciteit in de uitvoering. Dit blijkt uit de nota naar aanleiding van het verslag bij de Fiscale verzamelwet 2025 die staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën naar de Eerste Kamer heeft gestuurd.
Hof Den Haag oordeelt dat de waardestijging van de woning in 2021 € 17.980 bedraagt. Het hof gaat daarbij uit van de WOZ-waarden 2021 en 2022 en overweegt dat de door vader betaalde huur niet zakelijk is.
Advocaat-generaal Wattel is van mening dat het systeem van zuiveringsheffing wel degelijk een niet te rechtvaardigen discriminatie van tweepersoonshuishoudens met zich meebrengt. Gelet op het geringe financiële belang (circa € 58 per jaar) ziet de A-G echter geen reden voor de rechter om in te grijpen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het aangifteprogramma als extra service een berekening maakt van de teruggaaf onder het voorbehoud dat hieraan geen rechten kunnen worden ontleend. X beroept zich dus vergeefs op het vertrouwensbeginsel. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat Rechtbank Midden-Nederland ten onrechte heeft geoordeeld dat aan een proceskostenvergoeding niet wordt toegekomen als rechtsbijstand is verleend op ‘no cure no pay’-basis. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet aanpassing minimumbelasting 2024 naar de Eerste Kamer gestuurd. Hierin wordt onder andere een mogelijk kwalificerend belastingtegoed en de reikwijdte van de Wet minimumbelasting 2024 ten aanzien van joint-ventures behandeld.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Belastingplan 2025 naar de Eerste Kamer gestuurd.