De Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het klachteninstituut Kifid heeft in een zaak, waarbij een man niet had doorgegeven dat hij was verhuisd en een nieuwe vriendin had, geoordeeld dat zijn financieel adviseur niet nalatig was.
In de zaak, die was aangespannen door de nieuwe vriendin van de man, had de man niet doorgegeven aan zijn financieel adviseur dat hij een nieuwe vriendin had en de begunstigde op de polis van de overlijdensrisicoverzekering aangepast moest worden. Toen de man kwam te overlijden ging de uitkering van bijna € 50.000 naar de ex-partner van de man en niet naar zijn nieuwe vriendin, ondanks dat de nieuwe vriendin in zijn testament was benoemd als enig erfgename.
De man had aanvankelijk met zijn ex-partner een woning gekocht en een overlijdensrisicoverzekering (ORV) gekoppeld aan de hypotheek. Toen de man en de ex-partner uit elkaar gingen, werden de woning en de hypotheek op naam van de man gezet. De polis van de ORV werd niet gewijzigd.
Volgens de nieuwe vriendin had de financieel adviseur de man moeten wijzen op het feit dat de begunstigde op de polis van de ORV nog de ex-vriendin was. De financieel adviseur stuurde jaarlijks een mail met het verzoek om wijzigingen in de persoonlijke situatie door te geven. Hier werd door de man niet op ingegaan. Een uitnodiging per brief om te kijken naar de polis van de ORV werd verzonden naar een oud adres. De man had ook zijn adreswijziging niet doorgeven.
De financieel adviseur kan volgens het Kifid niet worden verweten dat de persoonlijke situatie van de man was gewijzigd. De adviseur hoeft de waarde van de overlijdensrisicoverzekering niet te vergoeden aan de nieuwe vriendin.
Bron: Kifid
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen