Er moet een oplossing worden gevonden voor de groep vroeggepensioneerden die door een gat in de AOW-uitkering financieel gedupeerd wordt. Dat zegt Prof. dr. Gijsbert Vonk, hoogleraar sociale zekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. 'Vakcentrale FNV maakt zich terecht sterk voor een overbruggingsregeling voor deze groep gedupeerden. Een goede overgangsregeling kan de pijn voldoende verzachten.' Toch verwacht Vonk niet dat de rechter de bonden gelijk zal geven.

Door de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd worden mensen die voor hun 65ste gestopt zijn met werken (bijvoorbeeld met een vervroegde pensioenregeling) de eerstkomende jaren geconfronteerd met een financieel gat. Volgens vakcentrale FNV kan dit gat oplopen tot duizenden euro's. 'Het kabinet jaagt mensen met deze maatregel op kosten terwijl ze zich daar niet op hebben kunnen voorbereiden', aldus Ton Heerts, voorzitter FNV in Beweging. De FNV vindt dit onacceptabel en sleept de staat voor de rechter om het AOW-gat te repareren.

Bovendien wil de FNV dat het kabinet nu snel komt met de uitwerking van de eerder beloofde overbruggingsregeling. Het kabinet-Rutte-Asscher heeft de overbruggingsregeling wel aangekondigd voor mensen met een inkomen tot 150% van het wettelijk minimumloon, maar deze is nog niet definitief ingevoerd. De FNV vindt dat deze regeling in elk geval moet gelden voor mensen die al met VUT of prepensioen zijn en die zich niet hebben kunnen voorbereiden op de verhoging van de AOW-leeftijd.

Hoogleraar Vonk vindt het terecht dat de bonden een overbrugging eisen. ‘Veel van degenen die nu worden getroffen moesten voor hun 65ste stoppen met werken op grond van hun functioneel leeftijdsontslag. Dat zijn vooral mensen die zware beroepen uitoefenden. Ze hadden geen keus, maar worden nu wel geconfronteerd met nadelige gevolgen van de kabinetsmaatregel.' Volgens Vonk had het kabinet beter het voorbeeld van Duitsland kunnen volgen, waar vanaf dit jaar de pensioenleeftijd jaarlijks met een maand omhoog gaat. Deze verhoging is echter wel al jaren geleden aangekondigd, zodat iedereen ruimschoots de tijd had zich voor te bereiden. In Nederland is de verhoging pas in september afgekondigd. ‘Het zou netter zijn geweest wanneer met de getroffen groep meer rekening was gehouden,' meent Vonk.

Op dit moment is er overigens wel een voorschotregeling voor AOW'ers die door de verhoging van de AOW-leeftijd te maken krijgen met inkomensverlies. Een maatregel die kabinet Rutte I al heeft getroffen. ‘Het is een goed idee deze regeling te behouden als het kabinet straks weer met plannen voor een nieuwe overgangsregeling komt', vindt Vonk.

Vonk snapt de boosheid van de bonden wel, maar verwacht tegelijkertijd niet dat de rechter hen gelijk zal geven. ‘De AOW is weliswaar een beschermd eigendomsrecht volgens het Europees mensenrechtenverdrag, maar de Staat mag onteigenen wanneer geen uitzonderlijke last op de schouders van een bepaalde groep wordt gelegd. Dat vind ik hier niet het geval. De last voor de vroeggepensioneerden is mild. Het klopt dat ze maar kort tijd hadden zich financieel te wapenen, maar ze hoeven slechts een maand te overbruggen.' Bovendien, onderstreept Vonk, zullen volgens het jongste regeerakkoord van Rutte II de laagstbetaalden reeds gespaard worden; volgens dit akkoord krijgen vutters die onder 150 procent van het minimumloon uitkomen direct op hun 65ste AOW.

Vonk vindt ook dat de lasten evenredig moeten worden verdeeld en dat is, in tegenstelling tot veel andere Europese landen, in Nederland in redelijke mate het geval. Verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd was ook hier onafwendbaar, maar de pijn is stukken minder, aldus Vonk. 'Jong, oud en ook de vroeggepensioneerden die te maken hebben met het AOW-gat, betalen allemaal mee. Niemand vindt het leuk wanneer geld wordt afgenomen. Maar de AOW-gelden zijn niet van u of mij, ze zijn van ons allemaal. En iemand zal de lasten moeten dragen.'

Noot redactie

Vandaag, 24 januari 2013, heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief van Staatssecretaris Klijnsma naar buiten gebracht waarin zij aan de Tweede Kamer de contouren schetst van de tijdelijke Overbruggingsregeling AOW. Hieruit blijkt dat meer mensen in aanmerking zullen komen. De overbruggingsregeling gaat gelden voor mensen met een inkomen beneden 150% van het wettelijk bruto minimumloon die op 1 januari 2013 al met vut of prepensioen zijn en mensen die op 1 januari 2013 al een uitkering uit een private verzekering hebben en die stopt op hun 65e. De overbruggingsuitkering geldt tot en met 2018. In de tweede helft van 2013 zal de tijdelijke overbruggingsregeling in werking treden met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. Daarbij geldt dat de voorschotregeling in de AOW niet eerder wordt afgeschaft dan dat de overbruggingsregeling in werking treedt.

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Sociale zekerheid ouderen

0

Gerelateerde artikelen