Om mensen meer zekerheid te bieden en werk meer te laten lonen, wil het kabinet hervormingen doorvoeren. Inkomsten, toeslagen en uitkeringen gaan veranderd worden. Maar het kabinet-Schoof erkent in het regeerprogramma dat het om een grote operatie gaat, waarmee het in deze regeerperiode alleen een begin kan maken.

Het is mogelijk dat de Belastingdienst in sommige situaties te veel belastingrente heeft berekend over periodes van de btw en loonheffingen waarin al een bedrag is betaald door de belastingplichtige. In dat geval kan een verzoek worden gedaan om de belastingrente te verlagen.

Bij een bedrijfsovername en/of personeelsparticipatie kunnen managers soms ‘lucratief’ participeren. Dat lucratieve is dan meestal gelegen in een hoge mate van hefboomwerking. Zo zou iemand met een inleg van € 100.000 in vijf jaar miljonair kunnen worden, wat voor een gewone belegger niet is weggelegd. Om in dergelijke gevallen te kunnen heffen, is in 2009 het lucratief belang in de Wet IB opgenomen. Dat was nodig omdat de ‘carried interest’ niet als loon kon worden belast.

Instellingen in de geestelijke gezondheidszorg moeten misschien afdelingen sluiten als de overheid de regels voor zelfstandigen zonder personeel gaat handhaven. Daarvoor waarschuwt de branchevereniging, de Nederlandse ggz. Patiënten met complexe problemen kunnen dan misschien minder zorg krijgen.

De voorgenomen inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2025 voor het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens (36154) is niet meer haalbaar. Het keuzerecht bedrag ineens zal niet eerder dan 1 juli 2025 in werking treden. Dat schrijft minister Van Hijum aan de Tweede Kamer.

De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) blijft voor problemen zorgen bij zowel opdrachtgevers, opdrachtnemers als politici. Dit werd afgelopen week nogmaals duidelijk tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over de vraag of het verantwoord is om deze wet vanaf 2025 te gaan handhaven.

Het handhavingsmoratorium Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) wordt volledig opgeheven per 1 januari 2025. Dat schrijft staatssecretaris Idsinga van Financiën aan de Eerste en Tweede Kamer.