Het oordeel van de Accountantskamer over een forensisch accountant is te streng, zo stelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vast. In plaats van een tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers, legt het College de accountant een lichtere maatregel op, die van berisping, omdat enkele klachtonderdelen alsnog ongegrond worden verklaard.
Het College laat zich ook kritisch uit over een overweging in de uitspraak van de Accountantskamer. Daarin lijkt volgens het College ten overvloede een verwijt aan de accountant te worden gemaakt dat geen deel uitmaakt van de klacht en dat ook niet als tuchtrechtelijk verwijtbaar is aangemerkt.
De zaak verloopt als volgt. De forensisch accountant had in 2017 van het management van een internationaal opererend bedrijf opdracht gekregen om onderzoek te doen naar de wijze waarop de klachten van een tweetal werknemers (klokkenluiders) in een intern onderzoek waren behandeld en afgedaan. In zijn rapport concludeerde de accountant dat de klachten naar behoren waren afgehandeld. Ook ging hij akkoord met een persbericht van het bedrijf waarin werd vermeld dat hij de uitkomst van het interne onderzoek onderschreef.
De klokkenluiders dienden klachten tegen hem in bij de Accountantskamer. Die verklaarde zes (van de tien) klachtonderdelen gegrond. De Accountantskamer heeft bij deze beslissing (ECLI:NL:TACAKN:2021:16) het verwijt dat de accountant het fundamentele beginsel van integriteit heeft geschonden uitdrukkelijk meegewogen.
Dit laatste verwijt houdt volgens het College geen stand. Het College oordeelt dat twee klachtonderdelen weliswaar terecht gegrond zijn verklaard, maar dat de accountant daarbij niet in strijd met het beginsel van integriteit heeft gehandeld. Wel heeft de accountant het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. Het College verklaart daarnaast drie andere klachtonderdelen alsnog ongegrond.
Het College is het wel met de klagers en de Accountantskamer eens dat de accountant zich veel kritischer had moeten opstellen over het interne onderzoek van het bedrijf.
De uitspraak van het College is gepubliceerd onder nummer ECLI:NL:CBB:2023:168.
Bron: CBb
Informatiesoort: Nieuws