De wet die ervoor zorgt dat de curator een vaste taak krijgt bij de signalering van faillissementsfraude is door de Eerste Kamer aangenomen.
Curatoren moeten voortaan bij een faillissement letten op mogelijke onregelmatigheden en deze melden bij de rechter-commissaris. Zonodig kan er een melding of aangifte van de fraude volgen. De maatregel vloeit voort uit het wetgevingsprogramma Herijking van het faillissementsrecht en treedt naar verwachting op 1 juli 2017 in werking.
Om zijn nieuwe taak goed uit te voeren moet de curator wel de nodige informatie krijgen overde failliete boedel. Bestaande informatie- en medewerkingsverplichtingen worden daartoe aangescherpt en verduidelijkt. Zo moet de curator worden ingelicht over eventuele buitenlandse vermogensbestanddelen, zoals banktegoeden en onroerend goed, en moet hem medewerking worden verleend om daarover de beschikking te krijgen.
Het wetgevingsprogramma bestaat uit drie pijlers: de fraudepijler, de reorganisatiepijler en de moderniseringspijler. Twee van de drie tot de fraudepijler behorende wetsvoorstellen zijn op 1 juli 2016 in werking getreden: de Wet civielrechtelijk bestuursverbod en de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude. Met de aanvaarding van de Wet versterking positie curator is dit deel van de herijking van het faillissementsrecht afgerond. Daarmee is het instrumentarium voor de bestrijding van faillissementsfraude, zowel in civielrechtelijke als in strafrechtelijke zin, substantieel versterkt.
Bron: ANP
0