De Haagse rechtbank heeft de vakbonden en de Stichting Belangen AOW-gat niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tegen de Staat. Zij hadden aan de burgerlijke rechter gevraagd te verklaren dat de verhoging van de AOW-leeftijd onrechtmatig is jegens sommigen van hun achterban en wilden via deze rechter afdwingen dat de Staat de Wet verhoging AOW en Pensioenrichtleeftijd voor hen buiten werking stelt. Door de wet wordt de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd van 65 naar 67 jaar. Voor veel mensen dreigt er dan een AOW-gat te ontstaan, dat niet geheel door een overbruggingsregeling gedicht kan worden.

De Haagse rechtbank is van oordeel dat er voor de burgerlijke rechter geen taak is weggelegd omdat individuele gedupeerden zelf beroep kunnen instellen bij de bestuursrechter als het gaat om besluiten op een aanvraag van een AOW-uitkering of een overbruggingsregeling. Dat de vakbonden en de Stichting de belangen van gedupeerden hebben gebundeld, rechtvaardigt niet dat voor hen de weg naar de burgerlijke rechter open komt te staan. Het belang van een goede taakverdeling tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter en het voorkomen van tegenstrijdige beslissingen, weegt zwaarder dan het belang van toekomstige AOW-gerechtigden om op korte termijn duidelijkheid te krijgen over hun rechtspositie. De stelling van de vakbonden dat de wet ingrijpt in bestaande cao's en sociale plannen is volgens de Haagse rechtbank door hen onvoldoende concreet gemaakt en dient geen eigen belang. Voor een gang naar de burgerlijke rechter is een aantasting van een specifiek eigen belang van de vakbonden nodig. 

Rechtbank Den Haag 

Bron: de Rechtspraak

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Sociale zekerheid ouderen

2

Gerelateerde artikelen