De belastingkamer van de HR bevestigt dat de burgerlijke rechter, behoudens enkele specifieke uitzonderingen, bevoegd is om te beslissen over geschillen omtrent uitstel van betaling en kwijtschelding van belasting als bedoeld in art. 25 en 26 Invorderingswet 1990.

Hiermee herstelt de belastingkamer een eerdere beslissing van de burgerlijke kamer van de HR, die in zijn arrest van 12 augustus 2016 (nr. 15/01496, BNB 2016/220) nog had geoordeeld dat de belastingrechter bevoegd is te oordelen over dit soort invorderingsgeschillen.

HR

 

 

Bron: Houthoff Buruma

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting

0

Gerelateerde artikelen