Het wetsvoorstel beoogt de partneralimentatie eerlijker en eenvoudiger te maken. Daarnaast is het de bedoeling om de duur van de alimentatie in te korten. Onlangs is dit in 2015 ingediende initiatiefwetsvoorstel ingrijpend gewijzigd.
Op het in 2015 ingediende wetsvoorstel is veel kritiek gekomen. De initiatiefnemers hebben de scherpe kantjes er daarom afgehaald (zie
Nota van wijziging 14 maart 2017, wetsvoorstel 34 231, nr. 7). In de nieuwe opzet blijft de nu reeds geldende grondslag van voortdurende solidariteit c.q. lotsverbondenheid gehandhaafd. Beëindiging van het huwelijk betekent niet dat de zorgplicht die de echtgenoten jegens elkaar hebben ophoudt te bestaan.
De bestaande begrippen ‘behoefte' en ‘draagkracht' worden nader gespecificeerd. Voor het begrip behoefte is aangesloten bij de '60%-norm'. Volgens deze norm is de behoefte 60% van het netto gezinsinkomen minus de kosten van de kinderen. De kosten voor de kinderen zijn af te leiden van een tabel. Voor de berekening van de ‘draagkracht' van de alimentatieplichtige komt ook een tabel.
De alimentatieduur is beperkt tot de helft van het aantal jaren dat het huwelijk heeft geduurd, met een maximum van 5 jaar. Op deze hoofdregel is een aantal uitzonderingen. De belangrijkste uitzonderingen zijn:
- Heeft het huwelijk langer geduurd dan 15 jaar en bereikt de alimentatiegerechtigde de AOW-leeftijd binnen 10 jaar, dan eindigt de alimentatie pas bij het bereiken van de AOW-leeftijd;
- De alimentatie eindigt niet eerder dan op het tijdstip dat het jongste kind de leeftijd van 12 jaar bereikt heeft;
- De alimentatieplicht eindigt altijd bij het bereiken van de AOW-leeftijd van de alimentatieplichtige.
Belang voor de praktijk
De praktijk is gebaat met de gewijzigde invulling van de begrippen ‘behoefte' en ‘draagkracht'. Dat maakt de berekening van de alimentatie een stuk eenvoudiger. Hierdoor zullen veel discussies met betrekking tot het leveren van bewijs en het aannemelijk maken van kosten tot het verleden behoren.
De alimentatieduur is gerelateerd aan het aantal jaren dat het huwelijk heeft geduurd. Daarbij is aangesloten bij de datum waarop het echtscheidingsvonnis wordt ingeschreven. De kans bestaat dat de echtscheidingsprocedure kunstmatig wordt opgerekt om daarmee de alimentatieduur te verlengen.
Nota van wijziging 14 maart 2017, wetsvoorstel 34 231, nr. 7
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
0