Bij invoering van het nieuwe huwelijksvermogensrecht hoeven partners niet langer vier aparte administraties bij te houden, maar drie. Dit staat in de nota van wijziging van het wetvoorstel. Initiatiefnemers D66, PvdA en VVD willen hiermee de uitvoerbaarheid verbeteren. Volgens de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) blijft het probleem van het voeren en het bijhouden van een deugdelijke administratie nog steeds overeind.
D66, PvdA en VVD willen met het wetsvoorstel de wettelijke gemeenschap van goederen beperken tot dat wat beide echtgenoten tijdens hun huwelijk verwerven. De eerste aanpassing in de nieuwe versie van het wetsvoorstel zorgt ervoor dat het gemeenschappelijk vermogen dat de aanstaande echtgenoten vóór het huwelijk hebben opgebouwd in de gemeenschap van goederen valt. In de vorige versie van het wetsvoorstel werd dit nog apart gehouden. Hierdoor ontstaan er niet vier, maar drie vermogens. Dit leidt volgens de KNB echter niet tot vereenvoudiging. Er blijven tenslotte nog drie te administreren vermogens over: namelijk de vermogens die beide partners privé opbouwen en het vermogen dat zij samen opbouwen. Doordat alles wat voor het huwelijk samen is aangeschaft in de gemeenschap van goederen valt, komen ook de eerder gemaakte afspraken over de verhouding te vervallen. Stel: een koppel koopt een woning. De vrouw investeert 40 procent, de man 60 procent. Dan valt deze woning in de gemeenschap van goederen en wordt deze bij een scheiding fiftyfifty over hen verdeeld. Echtgenoten moeten huwelijkse voorwaarden opstellen als zij dit willen voorkomen.
Ondernemingsvermogen
De tweede aanpassing gaat over het vermogen van het privébedrijf van een van de partners. In het oude voorstel kwam de winst of het verlies uit de onderneming ten bate of ten laste van de gemeenschap van goederen. Hierdoor werd de echtgenoot van de ondernemer blootgesteld aan ondernemingsrisico's en was het aan de andere kant niet duidelijk wat voor winst werd gehanteerd. In de nieuwe regeling wordt aan de gemeenschap een redelijke vergoeding toegekend voor de kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot heeft verricht voor de onderneming die niet tot de gemeenschap van goederen behoort. Thuis een website voor het bedrijf maken, valt hier bijvoorbeeld ook onder.
Bewijsrecht
De derde aanpassing heeft betrekking op schulden tijdens het huwelijk. In de eerste versie van het voorstel stond nog dat als echtgenoot A schulden maakt, echtgenoot B moet aantonen dat het een privéschuld is van A. Kan B dit niet aantonen, dan wordt de schuld gemeenschappelijk. Dat wordt nu gelijk getrokken. Schulden worden fiftyfifty gedragen. Behalve als duidelijk kan worden aangetoond dat echtgenoot B niets met de schulden te maken heeft. Het bewijsrecht is hierdoor vrijgelaten en dat ondersteunt de KNB.
Vervolg
Het wetsvoorstel wordt in oktober plenair behandeld. Op 23 september organiseert de Tweede Kamer nog een rondetafelgesprek over dit wetsvoorstel.
Bron: Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
0