De Nationale Ombudsman concludeert dat de belastinginspecteur definitieve aanslagen inkomstenbelasting mag vragen voor het afgeven van een saldoverklaring.
De klacht aan de ombudsman houdt het volgende in. Een man betaalt lijfrentekoopsommen in 1991, 1992 en 1994. Hij stelt dat hij per ongeluk de koopsommen niet in aftrek heeft gebracht in zijn aangiften inkomstenbelasting. De man vraagt de Belastingdienst om een saldoverklaring. De man maakt echter niet aannemelijk dat hij de stortingen niet heeft afgetrokken. Hij kan namelijk geen kopieën van definitieve aanslagen inkomstenbelasting overleggen. De inspecteur wijst zijn verzoek daarom af.
De Nationale ombudsman (10 januari 2019, nr. 2019/002) vindt het redelijk dat de inspecteur een kopie van de definitieve aanslagen vraagt. Eveneens vindt de ombudsman het redelijk dat de inspecteur geen saldoverklaring heeft afgegeven nu de man geen definitieve aanslagen heeft overlegd. De klacht hierover is ongegrond.
Wel concludeert de ombudsman dat de Belastingdienst tekort is geschoten in de telefonische informatieverstrekking. Uit de door de man gemaakte geluidsopnamen blijkt duidelijk dat de Belastingtelefoon de man twee keer verkeerd heeft geïnformeerd over de bewijslast rondom de saldoverklaring.
Belang voor de praktijk
Wie eist bewijst. Die regel geldt ook bij de aanvraag van een saldoverklaring. De Belastingdienst geeft die alleen af als de belastingplichtige voldoende aannemelijk maakt dat hij de stortingen voor zijn lijfrente niet fiscaal heeft afgetrokken. Op de website van de Belastingdienst is het proces duidelijk uiteengezet.
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting