De Raad voor de rechtspraak vindt dat het wetsvoorstel dat de toekomst van het hoger beroep in het bestuursrecht regelt, niet moet worden ingediend. Het voorstel lost de huidige knelpunten en zwaktes in het bestuursrecht niet op. De Raad noemt het ‘een gemiste kans om de bestuursrechtspraak in hoogste instantie(s) in één keer goed te regelen'.
Dit staat in het wetgevingsadvies van de Raad naar aanleiding van het wetsvoorstel dat de splitsing van de Raad van State en de opheffing van de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven regelt. De CRvB is verantwoordelijk voor het sociale zekerheids- en ambtenarenrecht, het CBB is gespecialiseerd in sociaaleconomisch bestuursrecht.

Regeerakkoord

In het regeerakkoord staat dat ‘de Raad van State wordt gesplitst in een rechtsprekend deel en een adviserend deel. Het rechtsprekende gedeelte wordt samengevoegd met de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven.' In de uitwerking van het voornemen in het regeerakkoord, stelt het kabinet voor de CRvB-zaken onder te brengen bij de gerechtshoven. De CBb-zaken gaan volgens het voorstel naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bij de Raad van State wordt er een striktere scheiding aangebracht tussen zijn rechtsprekende en adviserende taken. De Raad voor de rechtspraak noemt deze uitwerking ‘een onverwachte wending aan de in het regeerakkoord opgenomen afspraak'.

Versnippering

Al langer is er kritiek op de wijze waarop de bestuursrechtspraak (rechtspraak waarbij een overheidsorgaan is betrokken) is georganiseerd. Door de versnippering over verschillende instanties is het stelsel niet erg inzichtelijk. Bovendien is de rechtseenheid binnen het bestuursrecht niet verzekerd, doordat er - anders dan in de andere rechtsgebieden - meer hoogste rechters zijn. Verder is er rechtsstatelijke kritiek: adviserende en rechtsprekende taken horen principieel niet onder één dak, hoezeer ook de onafhankelijkheid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State niet behoeft te worden betwijfeld. 
Eén nieuw college
 
De Raad voor de rechtspraak stelde in mei vorig jaar in een position paper voor de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de CRvB en het CBb te laten opgaan in één nieuw bestuursrechtelijk college. Dit nieuwe college zou tot de rechterlijke macht moeten behoren. Voor dit standpunt werden diverse argumenten aangevoerd: het vergroot de inzichtelijkheid van het stelsel van bestuursrechtspraak, de rechtseenheid binnen de bestuursrechtspraak is erbij gediend en er treden synergievoordelen op. Ook Geert Corstens heeft als - toen nog - president van de Hoge Raad gepleit voor de integratie van de bestuursrechtspraak in de gewone rechterlijke macht.  

Grote kans

In het wetgevingsadvies herhaalt de Raad voor de rechtspraak het standpunt dat in het position paper werd ingenomen en stelt dat het wetsvoorstel ‘een grote kans' laat liggen. Hij geeft het dringende advies het wetsvoorstel te heroverwegen. Voor het geval er tóch wordt besloten het wetsvoorstel in te dienen, maakt de Raad een aantal algemene opmerkingen.
Verder dringt de Raad aan op het goed regelen van eventuele personele en rechtspositionele gevolgen voor de bij de CRvB en het CBb werkzame mensen.  
 
 

Bron: de Rechtspraak

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting

0

Gerelateerde artikelen