Op dinsdag 15 november 2022 is nummer 50 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Massaalbezwaarplus-procedure voor niet-bezwaarmakers box 3
Het kabinet stelt voor om een massaalbezwaarplus-procedure in te richten voor de niet-bezwaarmakers box 3. Alle niet-bezwaarmakers met box 3-inkomen over de jaren 2017-2020 kunnen aanspraak maken op een nadere uitspraak van de Hoge Raad in deze procedure. De niet-bezwaarmakers hoeven dus niet zelf verzoeken om ambtshalve vermindering in te dienen. (punt 5) - Ruilarresten niet van toepassing op handelsvoorraad agrarisch vastgoed
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv de ruilarresten niet kan toepassen, tenzij de verworven handelsvoorraad op transactieniveau dezelfde economische en functionele functie vervult als de handelsvoorraad die is vervreemd. (punt 7) - Door vader gedane schenking niet automatisch ook gedaan door moeder vanwege huwelijksgemeenschap
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat geen sprake is van een gift in de zin van het BW. Dat vader in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd met moeder, brengt niet mee dat ook moeder een schenking heeft gedaan aan de dochter. (punt 10) - Vijf voorwaardelijke schenkingen geen schenking van periodieke uitkering volgens A-G
A-G IJzerman concludeert dat het hof heeft vastgesteld dat er civielrechtelijk sprake is van vijf afzonderlijke schenkingen. Dit is niet onbegrijpelijk en leidt tot verwerping van de klacht van de Staatssecretaris van Financiën dat geen sprake is van meerdere overeenkomsten. (punt 11) - Wollenstoffenfabriek is volgens Hoge Raad nieuw vervaardigd en daarmee vrijgesteld van overdrachtsbelasting
De uitgevoerde werkzaamheden aan de voormalige wollenstoffenfabriek leiden tot ‘in wezen nieuwbouw’, zodat de (samenloop)vrijstelling in de overdrachtsbelasting van toepassing is. (punt 13) - FIOD-dossier van andere accijnszaak geen gedingstukken, brief inspecteur vormt aanslagbiljet
De Hoge Raad oordeelt dat een aanslagbiljet vormvrij is en de inbreng door de inspecteur van stukken uit het andere FIOD-dossier niet van belang kan zijn voor de onderhavige procedure. De desbetreffende strafzaak van het andere dossier is namelijk pas aanhangig gemaakt, nadat de bewijstermijn was verstreken. (punt 18)
Producten: Inhoudsopgave V-N
17