Prof. dr. M.W.C. Feteris - Invloed van het strafrecht op het fiscale boeterecht
In deze bijdrage constateert de auteur dat regels uit de wetboeken van strafrecht en strafvordering of daaraan ten grondslag liggende beginselen in toenemende mate van invloed zijn op het fiscale boeterecht. Aan de hand van een aantal voorbeelden laat hij zien hoe die invloed zich kan doen gelden.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mevr. mr. dr. M.M.W.D. Merkx - Tussen de nationale wet en de BTW-richtlijn ligt het BTW-paradijs
Door gebruik te maken van een vermeende onjuiste of onvolledige implementatie van de BTW-richtlijn in nationale BTW-regelgeving trachten belastingplichtigen menigmaal om een voor hen voordelige situatie te bereiken door slechts op een element van de BTW-richtlijn een beroep te doen. We noemen dit ook wel een asymmetrisch of selectief beroep. In dit artikel onderzoekt de auteur aan de hand van Europese en Nederlandse jurisprudentie wanneer dergelijke beroepen kans van slagen hebben. De auteur besteedt tevens aandacht aan enkele situaties waarin de kwestie van het asymmetrisch of selectief beroep in de toekomst mogelijk gaat opkomen, te weten: in de zaak-VDP Dental Laboratory II, bij de integratieheffing en bij de herzieningsregeling.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. D.E. van Sprundel - Over de Tachtigjarige Oorlog, de Spanish Tax Lease en andere Spaans/Nederlandse zee- en veldslagen
Binnen Europa liggen de Nederlandse en Spaanse scheepsbouwers al jaren met elkaar overhoop. Met ingang van 1 januari 2002 konden Spaanse scheepsbouwers tegen aanzienlijk lagere prijzen schepen produceren door een versnelde afschrijvingsmaatregel en de tonnageregeling volgtijdig met elkaar te combineren. De Europese Commissie heeft deze combinatie – de Spanish Tax Lease – als onrechtmatige staatssteun bestempeld die deels moet worden terugbetaald. In de jaren 2009, 2010, 2011 en deels in 2013 heeft Nederland ook een tijdelijke willekeurige afschrijving en een tonnageregeling gehad, de Dutch Tax Lease. Naar een aantal structuren wordt door de Belastingdienst nader onderzoek gedaan. Met ingang van 1 januari 2013 heeft Spanje een nieuwe financiële/fiscale maatregel ingevoerd die door de Europese Commissie is goedgekeurd. Deze lijkt echter op de zogenaamde Spanish tax lease uit 2002. Is deze maatregel terecht goedgekeurd? In deze bijdrage wordt door de auteur onderzocht wat de verschillen zijn tussen de diverse Spanish en Dutch Tax Lease-structuren en met name of en in welke mate er sprake kan zijn van staatssteunrisico's.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
M.P. Weterings MSc en mevr. mr. C.E. van der Linden - Staatssteun in en rondom zeehavens
Verslag seminar ‘Staatssteun in en rondom zeehavens' gehouden op 25 september 2014 te Rotterdam.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Enkele aspecten van de ‘principal purpose test'
In rapport inzake actiepunt 6 van het BEPS project (‘Preventing the Granting of Treaty Benefits in Inappropriate Circumstances') wordt voorgesteld een zogenoemde ‘principal purpose test' in belastingverdragen te introduceren: indien het verkrijgen van verdragsvoordelen een van de voornaamste motieven van een transactie is (motiefvereiste), worden de verdragsvoordelen niet toegekend, tenzij het toekennen van de verdragsvoordelen in lijn is met doel en strekking van de relevante verdragsbepaling (normvereiste). Prof. dr. Q.W.J.C.H. Kok bespreekt het verband tussen deze bepaling en het leerstuk van fraus conventionis en hij onderzoekt de betekenis van het motiefvereiste en het normvereiste aan de hand van de door de Hoge Raad gegeven invulling van het nationale leerstuk van fraus legis.
Negeren van transacties tussen gelieerde partijen
In het Verrekenprijzenbesluit gaat de Staatssecretaris van Financiën niet alleen in op de zakelijkheid van de prijs van een transactie tussen gelieerde partijen, maar ook op de zakelijkheid van de transactie als zodanig. De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat ingeval een transactie als zodanig niet zakelijk wordt geacht deze voor fiscale doeleinden kan worden genegeerd. In dit artikel bespreken Mr. R.P.F.M. Hafkenscheid, mr. M.A. de Lange en mr. drs. P.W.H. Lankhorst de standpunten in het Verrekenprijzenbesluit over het negeren van transacties en de bezwaren daartegen. De auteurs tonen aan dat de betreffende standpunten niet worden gesteund door de jurisprudentie en concluderen dat het arm's-lengthbeginsel niet gebruikt kan worden om transacties te negeren op de gronden die het Verrekenprijzenbesluit aangeeft. Dat neemt niet weg dat er een maatschappelijke stroming bestaat die meent dat de Belastingdienst de middelen zou moeten hebben winstoverheveling naar laagbelaste gelieerde partijen met als enig doel belastingbesparing tegen te gaan. De oplossing moet volgens de auteurs echter gezocht worden in een aantal aanpassingen in het wettelijke stelsel en niet in het oprekken van het arm's-lengthbeginsel.