Prof. mr. R.J. de Vries - Juridische fusie, (juridische) afsplitsing en zuivere splitsing: nieuwe beleidsbesluiten (deel 1)
Onlangs heeft de Staatssecretaris van Financiën nieuwe beleidsbesluiten uitgevaardigd met betrekking tot de (juridische) afsplitsing, de juridische fusie en de zuivere splitsing. De omvang van deze beleidsbesluiten is zodanig dat het commentaar op die besluiten is verdeeld over twee bijdragen die in samenhang met elkaar moeten worden beschouwd. In deel 1 van het commentaar gaat de auteur in op de betekenis en reikwijdte van de "fiscale indeplaats-treding" die onlosmakelijk is verbonden aan een fiscale faciliëring. Zijns inziens wordt aan de "fiscale indeplaats-treding" in de beleidsbesluiten een discutabele en onnodig stringente invulling gegeven. Daarnaast komen onderwerpen als latente (afwaarderings)verliezen en het verlenen van terugwerkende kracht aan (juridische) afsplitsingen, juridische fusies en zuivere splitsingen aan bod.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Prof. dr. R.P.C. Cornelisse - Verstrekking van een onzakelijke geldlening door een natuurlijk persoon die geen aandeelhouder is in de schuldenaar
In deze bijdrage zal worden stilgestaan bij de fiscale gevolgen van het verstrekken van een onzakelijke geldlening door een natuurlijk persoon aan een vennootschap waarin de belastingplichtige geen maar een met de belastingplichtige verbonden persoon wel een aanmerkelijk belang (ab) houdt. Het betreft een vraagstuk dat in de literatuur tot uiteenlopende standpunten heeft geleid. Geconcludeerd wordt dat in zo'n geval op gelijke wijze als bij de kwijtschelding van het volwaardige deel van een (onzakelijke) geldlening de kwijtschelding van het onvolwaardige deel van een onzakelijke geldlening leidt tot een informele kapitaalstorting door de ab-houder.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. dr. A.J. Tekstra - Piercing the corporate veil is niet toegestaan
Reactie op het artikel van J. Elbers in WFR 2015/384. Met naschrift van mr. dr. J. Elbers.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Dr. R.H.M.J. Offermanns - Verslag van het symposium: "Informatie van over de grens"
Verslag van het symposium: "Informatie van over de grens", gehouden op 5 februari 2015 in het tropenmuseum te Amsterdam.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Juridische fusie, (juridische) afsplitsing en zuivere splitsing: nieuwe beleidsbesluiten (deel 2)
Onlangs heeft de Staatssecretaris van Financiën nieuwe beleidsbesluiten uitgevaardigd met betrekking tot de (juridische) afsplitsing, de juridische fusie en de zuivere splitsing. De omvang van deze beleidsbesluiten is zodanig dat het commentaar op die besluiten is verdeeld over twee bijdragen die in samenhang met elkaar moeten worden gelezen. In deel 2 van het commentaar besteedt prof. mr. R.J. de Vries vooral aandacht aan de nieuwe en gewijzigde (standaard)voorwaarden. In dat kader worden inconsistenties en onduidelijkheden casu quo omissies in de diverse beleidsbesluiten in kaart gebracht, volgens de auteur allemaal tekens aan de wand die illustreren dat de fiscaalrechtelijke inbedding van de (juridische) afsplitsing, de juridische fusie en de zuivere splitsing bijzonder - of eigenlijk te - gecompliceerd is geworden.
De fiscale positie van de Koning
Binnenkort wordt de Wet Financieel Statuur Koninklijk Huis geëvalueerd. Daarbij zal, zo heeft het kabinet aan de Tweede Kamer toegezegd, ook aandacht worden besteed aan de grondwettelijke belastingvrijstellingen voor de Koning. Prof. dr H. Vording betoogt dat het fiscaliseren van de uitkering aan de Koning niet symbolisch van aard is. Eerst zal deze uitkering fiscaal moeten worden geduid als loon of als resultaat uit overige werkzaamheden; vervolgens zullen tal van vergoedingen en verstrekkingen in dat licht moeten worden beoordeeld. Fiscalisering van de uitkeringen aan de Koning zou daarom meer moeilijkheden creëren dan oplossen. Dat kan anders zijn voor de overige vrijstellingen. Die liggen in de vermogenssfeer, en een evaluatie van die vrijstellingen vergt in de eerste plaats een heldere afbakening tussen de functionele en de privésfeer van de Koning.