Prof. mr. R.J. de Vries - Juridische fusie, (juridische) afsplitsing en zuivere splitsing: nieuwe beleidsbesluiten (deel 2)
Onlangs heeft de Staatssecretaris van Financiën nieuwe beleidsbesluiten uitgevaardigd met betrekking tot de (juridische) afsplitsing, de juridische fusie en de zuivere splitsing. De omvang van deze beleidsbesluiten is zodanig dat het commentaar op die besluiten is verdeeld over twee bijdragen die in samenhang met elkaar moeten worden gelezen. In deel 2 van het commentaar besteedt de auteur vooral aandacht aan de nieuwe en gewijzigde (standaard)voorwaarden. In dat kader worden inconsistenties en onduidelijkheden casu quo omissies in de diverse beleidsbesluiten in kaart gebracht, volgens de auteur allemaal tekens aan de wand die illustreren dat de fiscaalrechtelijke inbedding van de (juridische) afsplitsing, de juridische fusie en de zuivere splitsing bijzonder – of eigenlijk te – gecompliceerd is geworden.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Prof. dr. J.P. Boer en prof. dr. A.O. Lubbers - Einde van een werkzaamheid; einde van een discussie?
In de literatuur bestaat discussie omtrent de rol van het realisatievoornemen bij de bron resultaat uit overige werkzaamheden. De auteurs concluderen op basis van de rechtspraak van de Hoge Raad – in het bijzonder het recente arrest HR 6 februari 2015, nr. 13/06204, V-N 2015/10.12 – dat een werkzaamheid ook kan bestaan indien een realisatievoornemen ontbreekt. Hierbij is het type werkzaamheid – het brengen van een vermogensbestanddeel in een betere marktpositie – doorslaggevend. In dergelijke gevallen forceert het winstregime voor resultaatgenieters evenwel een belaste sfeerovergang van box 1 naar box 3, waarvoor geen doorschuif- of betalingsfaciliteit bestaat. Zij roepen de wetgever op voor dat geval een wettelijke voorziening te treffen.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Dr. M.G.H. Schaper en S. Kingma, LL.M - De kwalificerende buitenlandse belastingplichtige in het Uitvoeringsbesluit IB 2001
De buitenlandse belastingplichtige die kwalificeert voor de toepassing van art. 7.8 Wet IB 2001 ontvangt sinds 1 januari 2015 dezelfde fiscale tegemoetkomingen als een binnenlandse belastingplichtige. Het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 stelt in art. 21bis nadere voorwaarden waaronder een buitenlandse belastingplichtige kwalificeert. In dit artikel bespreken de auteurs de relevante wijzigingen van het besluit en beoordelen zij of de besluitgever voldoende tegemoet komt aan de EU-rechtelijke tekortkomingen van art. 7.8 Wet IB 2001.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Stel, het is staatssteun, wat dan?
De EC heeft het voorlopige standpunt ingenomen dat Nederland staatssteun heeft verleend aan Starbucks. In dit artikel gaat mr. B. Emmerig in op de vraag wat dit betekent voor de APA-praktijk van Nederland en welke beletselen er zijn voor effectieve terugvordering van de staatssteun. Zo kan het Nederlandse vertrouwensbeginsel, de basis van iedere APA, ook communautair doorwerken. Ook wordt aandacht besteed aan het intrekken van het Wetsvoorstel terugvordering staatssteun.
De RVU-strafheffing bij bedrijfsreorganisaties, deel II
Th.J.M. van Schendel heeft eerder zijn mening kenbaar gemaakt dat het beleid dat de Staatssecretaris van Financiën voert inzake vrijwillige vertrekregelingen en de verschuldigdheid van de RVU-strafheffing van 52% van art. 32ba Wet LB 1964, op onderdelen in strijd is met de wet. Hij toetst zijn mening aan twee recente uitspraken van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant en ziet daarin een bevestiging. Hij constateert ‘maatschappelijke krachten' – een publicatie van VNO-NCW en gestelde Kamervragen – die (ook) vraagtekens zitten bij het gevoerde beleid. De auteur pleit voor afschaffing van de instrumentalistische strafheffingen van Afdeling 2 van Hoofdstuk V, Wet LB 1964.