Mr. dr. J.J.M. Jansen – Voorwoord
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
B. Peeters en R. Smet - De fiscale discussie in België – Wat drijft de Belgische fiscale wetgever
In 2014 heeft de Belgische federale regering een substantiële tax shift aangekondigd om de belastingdruk op inkomsten uit arbeid te temperen. Het wetgevingsproces om deze beleidsdoelstelling door te voeren is volop aan de gang. De verschuivingsmogelijkheden waarover de federale wetgever beschikt worden echter in belangrijke mate beperkt door de fiscale bevoegdheden waarover de gewesten (onder meer inzake schenk- en erfbelasting) beschikken. De hoge (para)fiscale lasten op arbeidsinkomsten worden deels verschoven naar belastingen op consumptie, eco- en gezondheidsfiscaliteit. Ook stelt men een relatief beperkte verschuiving naar belastingen op vermogensinkomsten vast. Wat betreft de vennootschapsbelasting, houdt België vast aan een hoge nominale belastingdruk, gecombineerd met een uitgesproken nichegericht beleid, met inbegrip van het behoud van de notionele interestaftrek.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mevr. dr. A. Breuer en prof. dr. A.J.A. Stevens - Fiscale ontwikkelingen in Duitsland
De auteurs geven een indruk van het fiscale klimaat dat op dit moment in Duitsland heerst. Daarnaast wordt aandacht besteed aan enkele belangrijke aspecten op het gebied van de directe belastingen, zoals de belasting van kapitaalvermogen, de fiscale behandeling van ondernemers en niet-ondernemers, renteaftrekbeperkingen en het wetsvoorstel op het gebied van de erfbelasting in verband met de Duitse bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Ook het fiscale verdragsbeleid van Duitsland, enkele transfer pricing-aspecten en de Duitse houding ten aanzien van BEPS worden behandeld.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Drs. J.W. Thoen MBA - Les développements fiscaux en France
Fiscaliteit houdt niet alleen in Nederland de gemoederen bezig maar zeker ook in Frankrijk. Vooral de activiteiten van de in Parijs gevestigde OESO inzake Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) hebben de belangstelling in Frankrijk zeker nu de eerste afgesproken maatregelen per 1 januari 2016 worden geïmplementeerd. Daarnaast mogen ook de acties van de Europese Commissie op het gebied van illegale staatssteun bij belastingafspraken op de nodige belastingstelling rekenen. Tot slot is er de afgelopen jaren reeds een aantal antimisbruikmaatregelen ingevoerd die de moeite waard zijn om eens nader te beschouwen. In deze bijdrage zal ik trachten een inzicht te geven in de actuele hot's and not's in fiscaal Frankrijk en een beeld schetsen van een complex fiscaal systeem.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. J. Buitelaar en prof. dr. Q.W.J.C.H. Kok - Fiscale tendensen in het Verenigd Koninkrijk
In deze bijdrage behandelen mr. J. Buitelaar en prof. dr. Q.W.J.C.H. Kok de kernpunten van het belastingstelsel van het Verenigd Koninkrijk. De doelstelling van het Verenigd Koninkrijk is het aanbieden van een fiscaal aantrekkelijk vestigingsklimaat aan ondernemingen en (zeer) vermogende particulieren. Qua belastingheffing voor ondernemingen is het doel het beste fiscale vestigingsklimaat van de G20 te hebben. Met (onder meer) de tariefsverlaging in de vennootschapsbelasting in de afgelopen jaren en de aanpassing van het CFC-regime, alsmede de introductie van een patent box, heeft het Verenigd Koninkrijk belangrijke stappen gezet om die ambitie waar te maken. Voor (zeer) vermogende particulieren kent het Verenigd Koninkrijk met de regeling voor non-domiciled residents een aanlokkelijk regime waarin de heffing over inkomsten uit vermogen en vermogenswinsten uiterst beperkt blijft.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Promovendus aan het woord
Op woensdag 13 januari 2016 om 16.15 uur zal Reinier Kooiman promoveren aan de Universiteit Leiden op het proefschrift ‘Uyt saecke des doots; Het belastbare feit van de erfbelasting begrepen, hervormd en toegepast'.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Voorzien en reserveren voor groot onderhoud niet vanzelfsprekendIn de zoektocht naar (stabiele) fiscale sturingsmogelijkheden komt in de huidige fiscale vastgoedpraktijk de voorziening groot onderhoud steeds vaker en nadrukkelijker in beeld. Met behulp van uitgebreide spreadsheet-calculaties en onderhoudskostenboekjes worden omvangrijke en fijnmazige onderhoudsvoorzieningen berekend voor tientallen jaren in de toekomst. Maar past dat nog wel binnen goed koopmansgebruik? En hoe verhoudt zich dat tot fiscale fondsvorming middels de kostenegalisatiereserve? Op deze en soortgelijke vragen hebben de Hoge Raad en de wetgever nog geen antwoorden geformuleerd. In dit artikel bespreken prof. dr. T.M. Berkhout en dr. mr. J.M. van der Heijden RA deze problematiek aan de hand van de volgende twee kernvragen. Is een voorziening groot onderhoud bij vastgoedverhuur wel in overeenstemming met goed koopmansgebruik? En mocht dat zo zijn, gelden daarvoor dan dezelfde voorwaarden die voor de vorming van een kostenegalisatiereserve gelden?
Het verkrijgingsprijsbegrip binnen de renteaftrekbeperkingen van de Wet VPB 1969: een statische of dynamische interpretatie?
Het begrip verkrijgingsprijs speelt een belangrijke rol binnen de Nederlandse vennootschapsbelasting. In het kader van het bepalen van het mogelijk van toepassing zijn van een renteaftrekbeperking op grond van art. 13l en/of art. 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet VPB 1969) is (de hoogte van) de verkrijgingsprijs zeer relevant; beide bepalingen kennen een mathematische benadering waarbinnen de verkrijgingsprijs een belangrijke rekengrootheid is. De betekenis van dit begrip in beide bepalingen lijkt overeen te komen (de wetgever spreekt van "de tegenprestatie bij verkrijging, vermeerderd met de ten laste van de verkrijger gekomen kosten"), en de staatssecretaris heeft tijdens de parlementaire behandeling van art. 13l Wet VPB 1969 aangegeven dat het begrip verkrijgingsprijs ook bij de overnameholdingbepaling van art. 15ad Wet VPB 1969 is gebruikt. Mr. drs. P. Ruige en mevr. drs. L. Brilman gaan hier nader op in.