Op donderdag 26 januari verschijnt aflevering 7176. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
Mevr. prof. mr. T. Bender - Tussen ethiek en wet: een derde weg
De maatschappelijke opvattingen over tax planning door multinationals zijn veranderd. In de fiscale literatuur zijn in dit kader twee oplossingsrichtingen genoemd: een benadering vanuit de wet (er moeten betere regels komen) en een ethische benadering (bedrijven moeten zich ethisch gaan gedragen). De auteur schetst een "derde weg" tussen deze twee benaderingen in, die uitgaat van de interactie tussen de individuele belastingplichtige en de maatschappij. Deze benadering, die zich tot op zekere hoogte laat verenigen met beide andere opvattingen, biedt aanknopingspunten voor een multinational om zijn positie te bepalen. Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Dr. A.H. Bomer - Prospective overruling in de BTW
De auteur gaat in op de voorwaarden voor uitgestelde werking van een beslissing van de rechter op het terrein van de BTW. Daarbij zijn van belang de kaders die het Unierecht stelt. Echter, ook het EHRM heeft de toepassing van uitgestelde werking verduidelijkt. Aan de orde komt de vraag hoe de lijn die de Hoge Raad volgt zich verhoudt tot beslissingen van het Hof van Justitie en het EHRM. Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. J.H.P Dortmans en prof. dr. H. Vermeulen - De grensoverschrijdende herinvesteringsreserve bij vastgoed in Unierechtelijk perspectief
In de uitspraak Commissie/Duitsland heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uitgesproken over de Duitse variant van de herinvesteringsreserve. Na vele eerdere uitspraken van het Hof van Justitie EU over exitheffingen, is dit het eerste arrest dat zich volledig toespitst op een exitheffing in de context van de herinvesteringsreserve in Unierechtelijk perspectief. Voor Nederland heeft de Hoge Raad reeds in 1994 beslist dat een herinvesteringsreserve kan worden afgeboekt op de aanschafwaarde van in het buitenland gelegen vastgoed. In deze bijdrage bespreken de auteurs de gevolgen van de uitspraak Commissie/Duitsland en de exitheffingbepaling uit de antibelastingontwijkingsrichtlijn (Anti Tax Avoidance Directive of ATAD) voor de Nederlandse toepassing van de grensoverschrijdende herinvesteringsreserve. Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. M.B. Weijers - Medepleger en mededaderschap
Verslag van de algemene vergadering van de Vereniging voor Belastingwetenschap, gehouden op donderdag 8 december 2016 te Den Haag. Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mevr. drs. M.E. Berkhout en prof. dr. H.T.P.M. van den Hurk - Tegenspraak: Staat Nederland terecht hoog op de ranglijst van belastingparadijzen? Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Promovendus aan het woord
Op maandag 30 januari 2017 zal Harm Mark Pit promoveren aan de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschrift ‘The EU Arbitration Convention – An evaluating assessment of the governance and functioning of the EU Arbitration Convention'. Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort
Prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken - Afschaffen van aanmerkelijkbelangheffing?
Er wordt wel betoogd dat de samenloop van erfbelasting en inkomstenbelasting bij het overlijden van een aanmerkelijkbelanghouder tot dubbele heffing leidt. Prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken onderzoekt in deze bijdrage deze stelling.
Prof.dr. R.P.C.W.M. Brandsma en J.I. van Leeuwen LL.M - De Hoge Raad en de fiscale wetgever: in gesprek, verbinding verbroken of assistentie van een telefoniste nodig? De Italiaanse Telecomzaak
Ruim een jaar na diens uitspraak in de zogenoemde Mauritiuszaak, heeft de Hoge Raad op 8 juli 2016 opnieuw een richtingbepalend arrest gewezen over art. 10a van de Wet Vpb. 1969. In het zogenoemde Telecomarrest zijn de bakens uitgezet ten aanzien van (onder meer) de (on)zakelijkheid van het inzetten van een Nederlandse belastingplichtige ter uitvoering van bepaalde (groeps)transacties alsmede ter bepaling van de feitelijke (groeps)crediteur. Enerzijds heeft de Hoge Raad met dit arrest veel onduidelijkheid omtrent de interpretatie van de tegenbewijsregelingen van art. 10a, lid 3, Wet Vpb. 1969 weggenomen, anderzijds geeft de beslissing van de Hoge Raad aanleiding tot nieuwe rechtsvragen. In deze beschouwing gaan prof.dr. R.P.C.W.M. Brandsma en J.I. van Leeuwen LL.M in op de betekenis van het Telecomarrest voor deze tegenbewijsregelingen.
4