Op donderdag 18 juli verschijnt nummer 7296. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Prof. dr. H. Vording -Internationale fiscale rechtvaardigheid
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. P.A. Anthoni en mr. M. Tydeman-Yousef - UBO-registratie: laveren tussen transparantie en privacy

Op donderdag 4 april 2019 is het implementatievoorstel UBO-registratie ingediend bij de Tweede Kamer. In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de fundamentele vraag of de voorgeschreven openbaar toegankelijke registratie van UBO-gegevens de grondrechtelijke toets doorstaat van het privacygrondrecht, zoals dat is vastgelegd in diverse mensenrechtelijke instrumenten. Daarnaast onderzoeken ze welke manoeuvreerruimte de Nederlandse wetgever nog heeft in de concrete vormgeving van de registratie om tegemoet te komen aan de geuite kritiekpunten en wat de vervolgstappen kunnen zijn.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

J.R.M. Kindt MSc - Het woningbegrip in de overdrachtsbelasting: tijd voor verandering

In dit artikel gaat de auteur in op het woningbegrip in de overdrachtsbelasting. De auteur gaat aan de hand van vier recente Hoge Raad arresten in op de ontwikkelingen die het woningbegrip doormaakt. Vervolgens maakt de auteur de balans op en gaat in op de (mogelijke) toekomst van het woningbegrip in de overdrachtsbelasting.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. E. Swaving Dijkstra - De 30%-regeling en het staatssteunverbod: voorkomen is beter dan genezen

De 30%-regeling is een gekoesterd fiscaal paradepaardje. In 2016 oordeelde de Hoge Raad dat de regeling niet in strijd is met het vrije verkeer van werknemers. Recentere onderzoeken tonen aan dat slechts een beperkte groep werkgevers gebruikmaakt van de regeling. Hierdoor ontstaat een risico op “die andere” Europeesrechtelijke flank: staatssteun. In deze bijdrage wordt dit risico geanalyseerd. Ook worden verbeterende maatregelen voorgesteld.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

In Memoriam
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Voor de kwalificatie van opstallen als onroerend bestaat in de btw (te) weinig houvast

Voor de btw kan de kwalificatie van een opstal als (on)roerende zaak grote gevolgen hebben. Er bestaat echter veel onduidelijkheid over de vraag wanneer een bouwwerk kwalificeert als onroerend. Dit komt omdat de invulling van het begrip ‘onroerend’ in de btw niet is gebaseerd op het meer uitgekristalliseerde civiele recht, maar Unierecht wordt ingevuld. Bij gebrek aan een Unierechtelijke definitie heeft het HvJ EU hieraan invulling gegeven door in het Maierhofer-arrest te bepalen dat bouwwerken onroerend zijn als ze niet gemakkelijk kunnen worden gedemonteerd of verplaatst. Dit is echter een vage norm, waardoor onzekerheid bestaat over de vraag waar het omslagpunt ligt. Is een opstal al onroerend als er meer dan twee uur nodig is om deze te verplaatsen of pas als dat meer dan 80 mandagen kost? De onzekerheid is nog groter geworden doordat uit het Leichenich-arrest wel wordt afgeleid dat een bouwwerk, dat gemakkelijk kan worden gedemonteerd of verplaatst, toch onroerend kan zijn door het aan een vaste plek veronden duurzame gebruik. Verder is het de vraag of de sinds 2017 geldende definitie van het begrip ‘onroerend’ in de btw-uitvoeringsverordening en de daarop door de Europese Commissie gegeven toelichting effect hebben op de uitleg door het HvJ EU. Mr. P. Berkhuizen meent dat onverkort slechts één voorwaarde geldt om te bepalen of een bouwwerk roerend of onroerend is, te weten dat het bouwwerk niet gemakkelijk mag zijn te demonteren of te verplaatsen. Vraag blijft echter wanneer dat precies het geval is.

Morgan Stanley: meten met twee (of meer) maten!

Op 24 januari wees het Hof van Justitie het arrest Morgan Stanley. Dit arrest heeft niet alleen gevolgen voor ondernemers met vaste inrichtingen in verschillende landen, maar voor alle ondernemers. In dit artikel onderzoeken prof. mr. dr. M.M.W.D. Merkx en mr. R. Starkenburg de impact van dit arrest op de Nederlandse btw-praktijk.

Producten: WFR-signaleringen

1