Op donderdag 20 februari verschijnt nummer 7322. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. I.M. de Groot en mr. B. Suvaal - De MAP-tiebreaker in het MLI en voeging in de fiscale eenheid VPB

Vanaf 1 januari 2020 worden met betrekking tot steeds meer “Nederlandse” belastingverdragen, die door zowel Nederland als de verdragspartner zijn aangemeld onder het multilateraal instrument (het MLI), de MLI-bepalingen van toepassing. Een daarvan is de “MAP-tiebreaker” van art. 4 lid 1 MLI. Op basis daarvan zal de verdragswoonplaats voor entiteiten met een dubbele vestigingsplaats in beginsel worden bepaald op basis van onderling overleg tussen de verdragsstaten. In deze bijdrage gaan de auteurs in op de situatie waarin een entiteit feitelijk in Nederland is gevestigd, maar vanwege bijvoorbeeld de oprichtingsplaats ook is gevestigd in de andere verdragsstaat. Zij behandelen de vraag of een dergelijke entiteit opgenomen kan blijven c.q. worden in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting wanneer (nog) geen overeenstemming onder de MAP-tiebreaker is bereikt.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. F.C. de Groot - “Doorontwikkeling” horizontaal toezicht in het jaarplan 2020 ­Belastingdienst is in feite afbouw

Het horizontaal toezicht bij grote ondernemingen blijkt geen voordelen te bieden. Gelukkig worden in het jaarplan 2020 van de Belastingdienst beleidswijzigingen aangekondigd die grotendeels een afbouw van deze toezichtsvorm inhouden. De participatie van het midden- en kleinbedrijf in het horizontaal toezicht is laag. Er staan in het jaarplan 2020 geen maatregelen om daarin verbetering te brengen.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. dr. C. Bruijsten en mr. drs. S. Eftimov RT - Algoritmen in het belastingrecht

Wie een fiscaal vraagstuk wil oplossen, zet doorgaans verschillende stappen tot de (hopelijk gewenste) uitkomst. Die stappen bestaan uit feitenonderzoek, juridische analyses en vaak ook rekenkundige uitwerkingen. Als het een fiscaal vraagstuk is dat vaker voorkomt, dan ligt automatisering voor de hand.
De wetgever zou er volgens de auteurs goed aan doen om bij het opstellen van nieuwe belastingwetten meer rekening moeten houden met een mogelijke automatisering van het fiscale rechtsvindingsproces. Dat kan onder andere door formules in wiskundigere termen op te schrijven en door de logische structuur van de wet beter tot uitdrukking te brengen. Een volgende stap is wetgeving die zodanig is geformuleerd dat het direct kan worden omgezet in een computermodel, bijvoorbeeld door begrippen door middel van kwantitatieve toetsen nader in te kaderen.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

(Geschrapte) uitzondering UBO-registratieplicht kerkgenootschappen – een ongerijmdheid in de wetgeving

Op 10 december 2019 heeft de Tweede Kamer een amendement aangenomen waarmee de aanvankelijke uitzondering voor kerkgenootschappen om hun bestuurders als UBO’s te registreren, is vervallen. De Tweede Kamer heeft er echter niet bij stilgestaan dat dit tot een ongerijmdheid in de wetgeving leidt. In deze bijdrage zet mr. M. Tydeman-­Yousef uiteen tot welke ongerijmdheid in de wetgeving het aangenomen amendement leidt, maar plaatst ook kanttekeningen bij de aanvankelijke uitzondering.

Initiatieven en kansen omtrent publieke country-by-country-rapportage

In het artikel gaan mr. F.M. van Klaveren, mr. D. van der Vliet en mr. drs. L.G.C. Sahin in op de verschillen en overeenkomsten tussen OESO, GRI en EU (publieke) country-by-country rapportage. Voor zover er verschillen bestaan, wordt aangegeven hoe een multinationale groep hier op een efficiënte manier mee om zou kunnen gaan. Voorts betogen auteurs dat publieke country-by-country rapportage niet enkel als last, maar ook als kans kan worden gezien door multinationale groepen die hierop anticiperen.

Producten: WFR-signaleringen

6