Op donderdag 23 april verschijnt nummer 7331. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
Prof. dr. H. Vermeulen - Het HvJ EU arrest Deka
In ‘Het HvJ EU arrest Deka. Niet alles is hoe het lijkt’ gaat de auteur in op deze Nederlandse zaak over de teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. In dit baanbrekende arrest lijkt het Hof van Justitie EU de bakens over discriminatie verder te verzetten. Na de nationale bepalingen die een directe discriminatie opleverden en die bepalingen die een indirecte discriminatie tot gevolg hadden, zijn wij thans aanbeland bij de verboden zonderonderscheidmaatregel. Deka gaat over de verhouding van het FBI-regime, in het bijzonder de aandeelhouderseisen en de uitdelingsverplichting, tot het Europese belastingrecht. Op het eerste gezicht lijken genoemde voorwaarden neutraal. Zij leveren geen directe of indirecte discriminatie op. Niettemin volgt uit het arrest dat er Europeesrechtelijke bedenkingen kunnen zijn, omdat het Hof het terrein van de verboden zonderonderscheidmaatregel betreedt. Het komt er in feite op neer dat naar het effect van de regeling moet worden gekeken. Het is nu aan de Hoge Raad om te bezien of de Nederlandse regeling voor teruggaaf van dividendbelasting de facto belemmerend werkt. Zijn het juist de niet-ingezeten marktdeelnemers die niet voor een teruggaaf van dividendbelasting in aanmerking komen? Dan zit de regeling ondanks de neutrale bewoordingen toch in de gevarenzone, omdat in dat geval de buitenlandse voorwaarden moeten worden erkend. In zekere zin is er dan sprake van een vorm van wederzijdse erkenning. Dat is baanbrekend.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
D.B. Middelburg MSc - Kostendoorbelastingen en btw
In dit artikel staat centraal de vraag of doorbelaste kosten kunnen worden aangemerkt als vergoeding voor een prestatie die wordt verricht door de doorbelastende partij, en zo ja, wat de prestatie van de doorbelastende partij dan concreet inhoudt. Deze kwalificatie is van groot belang voor de vraag of de doorbelastende partij recht heeft op aftrek van voorbelasting die drukt op de doorbelaste kosten. Conclusie is dat het antwoord op deze vraag afhankelijk is van het type kostendoorbelasting. Daarnaast lijkt nog altijd geen duidelijkheid te bestaan over de btw-behandeling van ‘kale’ doorbelastingen, ook al wordt door sommigen gesuggereerd dat dit wel het geval is. Het laatste woord is in deze discussie zeker nog niet gesproken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Dr. R.H.M.J. Offermanns - ‘Fiscale digitalisering, hulp of hinderpaal bij rechtsbescherming?’
Verslag van het symposium: ‘Fiscale digitalisering, hulp of hinderpaal bij rechtsbescherming?’ gehouden op 13 februari 2020, in Hotel Arena te Amsterdam.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Implementatie ATAD en andere recente fiscale ontwikkelingen in Duitsland
Hoe gaat Duitsland om met de implementatie van de antibelastingontwijkingsrichtlijnen (ATAD1 en ATAD2)? Wat zijn de fiscale gevolgen van de jaarlijkse fiscale wijzigingen in Duitsland voor Nederlandse ondernemers die ofwel zaken doen in Duitsland, ofwel Duitse deelnemingen hebben of waarvan het hoofdhuis in Duitsland is gevestigd? De fiscale ontwikkelingen in Duitsland kunnen voor zowel de fiscale Nederlandse beleidsmakers als de fiscale praktijk inspirerend en interessant zijn. In deze bijdrage gaan dr. F.J. Elsweier en prof. dr. A.J.A. Stevens in op recente Duitse fiscale ontwikkelingen. Zij geven een schets van het huidige fiscale systeem in Duitsland en ontwikkelingen op het gebied van tarief en grondslag, zoals bijvoorbeeld verliesverrekeningsregels, earningsstrippingmaatregel en fiscale eenheid. Daarnaast gaan zij in op de belangrijkste punten uit het jaarlijkse Belastingplan en de wet ter stimulering van speur- en ontwikkelingswerkzaamheden dat per 1 januari 2020 inwerking is getreden. Verder wordt uitgebreid het consultatiedocument ter implementatie van de antibelastingontwijkingsrichtlijnen – dat begin december 2019 is gepubliceerd – behandeld. Tot slot gaan de auteurs in op de mogelijke toekomstige wijzigingen in de Duitse overdrachtsbelasting.
Wie kan dat betalen? Onze huur!
Vanaf 1 januari 2019 geldt een algemene renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting. Uitzonderingen voor specifieke ondernemingen zijn niet gemaakt. Er is wel om een uitzondering gevraagd, met name voor woningcorporaties. De wetgever heeft op verschillende gronden geweigerd een uitzonderingsbepaling in te voeren. In deze bijdrage wordt door mr. dr. J.J.A.M. Korving en drs. G.J.W. de Ruiter onderzocht of deze afwijzingen recht doen aan het EU-recht en bieden een mogelijkheid om toch tot een EU-rechtelijk houdbare uitzondering voor woningcorporaties te komen.
Producten: WFR-signaleringen