Rechtbank Limburg oordeelt dat X geen vertrouwen kan ontlenen aan het achterwege blijven van aanslagen precariobelasting over de jaren 2012 tot en met 2015.

Aan X zijn aanslagen precariobelasting opgelegd over de jaren 2016 t/m 2018. X stelt dat de aanslagen in strijd met het vertrouwensbeginsel zijn opgelegd. Over de jaren 2012 t/m 2015 heeft hij geen aanslagen gehad.

Rechtbank Limburg oordeelt dat X geen vertrouwen kan ontlenen aan het achterwege blijven van aanslagen precariobelasting over de jaren 2012 tot en met 2015. De heffingsambtenaar heeft niet bewust en weloverwogen het standpunt ingenomen dat X recht heeft op vrijstelling. Er is evenmin sprake van een toerekenbare schijn van een welbewuste standpuntbepaling. Daarvoor is namelijk meer vereist dan de enkele omstandigheid dat X gedurende meerdere jaren niet in de heffing is betrokken. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreken in dit geval aanvullende omstandigheden die een aan de heffingsambtenaar toerekenbare schijn van een welbewuste standpuntbepaling doen ontstaan. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond, de aanslagen over de jaren 2016 t/m 2018 zijn terecht aan X opgelegd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Limburg

Editie: 6 maart

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen