Verzoekster, X, heeft beroep ingesteld bij Rechtbank 's-Gravenhage. X verzoekt om de mondelinge behandeling in haar zaken met open deuren te doen plaatsvinden op grond van art. 37 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Omdat X van mening is dat de rechtbank te laat op haar verzoek heeft beslist, verzoekt zij om uitstel van de mondelinge behandeling. De rechtbank wijst dit verzoek af. X besluit daarom op de mondelinge behandeling van de zaak op 25 augustus 2011 de behandelende rechters te wraken.
De wrakingskamer van Rechtbank 's-Gravenhage wijst het wrakingsverzoek van X af. De wrakingskamer overweegt dat de afwijzing van de rechtbank van het verzoek om uitstel van de zitting een processuele beslissing is die volgens vaste jurisprudentie in beginsel geen grond voor wraking oplevert. De juistheid van een dergelijke beslissing staat ook niet ter beoordeling van de wrakingskamer. Procedurele beslissingen kunnen slechts leiden tot toewijzing van een wrakingsverzoek, indien uit die beslissingen blijkt van een vooringenomenheid van de rechter die deze beslissingen heeft genomen. Hetgeen X in dit verband heeft gesteld, levert geen omstandigheid op die tot dat oordeel zou moeten leiden. De wrakingskamer wijst het verzoek van X af.