Rechtbank Gelderland oordeelt dat het beroep van de heer X voor wat betreft het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaar ongegrond is, doch merkt het beroepschrift voor het overige aan als bezwaarschrift. Het beroep wordt voor wat betreft de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering doorgestuurd naar de inspecteur.

De heer X lijdt aan een psychische stoornis en ontvangt in 2010 eerst een Ziektewet-uitkering en daarna een WW-uitkering. In januari 2011 krijgt X over 2010 WW-nabetalingen van het UWV. Hierdoor krijgt X in oktober 2012 bericht dat hij over 2011 zijn huur- en zorgtoeslag moet terugbetalen. In november 2012 verzoekt X daarom om een ambtshalve vermindering van zijn IB-aanslag over 2011. De inspecteur merkt dit verzoek mede aan als bezwaarschrift en bij uitspraak op bezwaar wordt het bezwaar vervolgens niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Rechtbank Gelderland oordeelt dat het beroep van X voor wat betreft het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaar ongegrond is, doch merkt het beroepschrift voor het overige aan als bezwaarschrift. Het beroep wordt voor wat betreft de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering doorgestuurd naar de inspecteur. De inspecteur had namelijk moeten aangeven dat de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering bij een voor bezwaar vatbare beschikking heeft plaatsgevonden en had in zoverre tevens een bezwaarclausule moeten opnemen. Partijen hebben ter zitting weliswaar verzocht om toch een inhoudelijk oordeel over het geschil, doch er zijn op dit moment onvoldoende gegevens om dit te doen. Zo is onduidelijk of de uitkering in 2010 reeds vorderbaar en inbaar was.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

20

Gerelateerde artikelen