Advocaat-generaal Wattel concludeert dat X geen recht heeft op teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting. Zowel onder het fbi-systeem als onder het afdrachtverminderingssysteem is er bij dooruitdeling sprake van een gelijke behandeling van ingezeten en niet-ingezeten fondsen.

X is een in de VS gevestigd ‘open-end’ diversed management company. Haar ondernemingsactiviteiten bestaan uit het beleggen van het in haar geïnvesteerde vermogen. Voor Amerikaanse fiscale doeleinden wordt X behandeld als een niet-transparante entiteit, en naar Nederlandse maatstaven is zij evenmin transparant. In geschil is of X recht heeft op teruggaaf van geheven Nederlandse dividendbelasting. X beroept zich daarbij op het EU-recht (vrijheid van kapitaalverkeer). Zij stelt daarbij dat zij vergelijkbaar is met een Nederlands fbi. Hof 's-Hertogenbosch besluit tot het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. Volgens het hof is het namelijk onduidelijk of de wijziging van de teruggaveregeling in die van de afdrachtvermindering ertoe heeft geleid dat er een belemmering van het vrije kapitaalverkeer is ingevoerd die voorheen niet bestond in de zin van art. 64 lid 1 VWEU. Ook omdat er een zeer groot aantal verzoeken tot teruggave van dividendbelasting is ingediend door buiten Nederland gevestigde beleggingsinstellingen, is het volgens het hof van belang dat er zo spoedig mogelijk duidelijkheid ontstaat. Het hof besluit dan ook om niet zelf een deel van de vragen te beantwoorden, maar om over alle behandelde geschilpunten een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad voor te leggen.

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat X geen recht heeft op teruggaaf van de ingehouden Nederlandse dividendbelasting. Na een analyse van de beide systemen (tot 2008 het fbi-systeem en ná 2008 het afdrachtverminderingssysteem) stelt de A-G vast dat er sprake is van een gelijke behandeling van ingezeten en niet-ingezeten fondsen: bij dooruitdeling is een niet-ingezeten fonds niet verplicht iets in te houden en af te dragen aan de Nederlandse fiscus, terwijl een ingezeten fbi wél verplicht is om in te houden, maar niet verplicht is om iets af te dragen, omdat hij de te zijnen laste ingehouden dividendbelasting tegen die ingehouden dooruitdelingsbelasting kan afzetten. Zowel aan de ingang (belastingplicht voor de dividendbelasting) als aan de uitgang (geen betalingsverplichting) worden beide fondsen dus hetzelfde behandeld. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de dividendbelasting 1965 11a

Wet op de dividendbelasting 1965 10

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 64

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Dividendbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 24 april

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen