Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het beroep van stichting X niet-ontvankelijk is voor zover deze is gericht tegen de weigering om de van rechtswege reeds bestaande anbi-beschikking bekend te maken.

Stichting X is opgericht in juli 2010. X wil door middel van wetenschappelijk onderzoek de milieuvervuiling aanpakken en daarnaast onder meer pokon ontwikkelen tegen de economische crisis. De bestuurder/gemachtige van X is een beroepsmatig fiscale rechtsbijstandsverlener. In september 2010 verzoekt X om te worden aangemerkt als algemeen nut beogende instelling (anbi). In april 2011 wordt het verzoek afgewezen. In geschil is of dat terecht is en of de inspecteur vanwege deze weigering een dwangsom is verschuldigd. Volgens X bestaat de anbi-beschikking van rechtswege en weigert de inspecteur om deze bekend te maken. X gaat op 8 juni 2011 in beroep, terwijl pas op 19 juli 2011 op het bezwaar van X wordt beslist. Op 31 augustus 2011 stelt X beroep in tegen de uitspraak op bezwaar.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het beroep van 8 juni van X niet-ontvankelijk is voor zover dat is gericht tegen weigering om de van rechtswege reeds bestaande beschikking bekend te maken. Voor zover het beroep van 8 juni 2011 betrekking heeft op de afwijzing van het verzoek om toekenning van de anbi-status is het eveneens niet-ontvankelijk. Dat beroep is namelijk prematuur. Verder stelt het Hof dat de beroepstermijn inzake de uitspraak op bezwaar eindigde op 30 augustus 2011, zodat het tweede beroep wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is. Het tweede beroepschrift kan ook niet worden aangemerkt als een aanvulling van het eerste beroepschrift. Dit stuit af op het feit dat het eerste beroepschrift prematuur is. Vanwege de niet-ontvankelijkheid claimt X ook vergeefs een dwangsom en een schadevergoeding.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

2

Gerelateerde artikelen