Advocaat-generaal Wattel is van mening dat bij te late vergoeding van heffingsrente aanspraak bestaat op vergoeding van wettelijke rente. 

Op 22 augustus 2009 wordt een aan X bv opgelegde voorlopige aanslag vennootschapsbelasting ambtshalve verminderd. X bv verzoekt om vergoeding van heffingsrente, maar dit verzoek wordt door de inspecteur pas op 20 december 2011 ingewilligd (in de bezwaarfase, na het wijzen van het arrest HR 30 september 2011, nr. 10/02171, BNB 2012/69). In geschil is of over de heffingsrente wettelijke rente is verschuldigd ex art. 4:97 Awb en, zo ja, naar welk bedrag.

Advocaat-generaal Wattel is van mening dat bij te late vergoeding van heffingsrente aanspraak bestaat op vergoeding van wettelijke rente. De A-G constateert dat sprake is van een bestuursrechtelijke geldschuld en van een verzuim in de zin van afdeling 4.2.2 Awb, en dat de heffings-, invorderings- en coulancerenteregelingen geen exclusieve speciales zijn in de zin van art. 4:103 Awb. Dit laatste omdat de AWR en de Invorderingswet geen betrekking hebben op rentenadeel als gevolg van het niet vaststellen (en daardoor niet tijdig voldoen) van heffingsrente, en de coulanceregeling geen formele wet is en bovendien kennelijk evenmin van toepassing, nu de Belastingdienst haar niet toepast. Mede uit HR 30 september 2011, nr. 10/02171, BNB 2013/2 volgt dan dat teruggevallen wordt op de algemene regeling, in casu afdeling 4.2.2 Awb. Wat betreft de termijn van vergoeding meent de A-G dat niet BNB 2012/69 de verplichting tot vergoeding van heffingsrente heeft doen ontstaan. Dat arrest stelde slechts vast dat die verplichting reeds bij de ambtshalve vermindering op 22 augustus 2009 is ontstaan, zodat de inspecteur zes weken daarna (4 oktober 2009) in verzuim is geraakt. De A-G adviseert, op grond van het voorgaande, het cassatieberoep van de staatssecretaris ongegrond te verklaren. Het cassatieberoep van X, inhoudende dat het tarief van 8% voor handelsschulden van toepassing is in plaats van het tarief van 4% voor niet-handelsschulden, faalt eveneens.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:98

Algemene wet bestuursrecht 4:92

Algemene wet bestuursrecht 4:103

Burgerlijk Wetboek Boek 6 119a

Burgerlijk Wetboek Boek 6 119

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

2

Gerelateerde artikelen