Margaretha Bouanich woont in Frankrijk en houdt aandelen in het Zweedse Ratos AB. De dividenden die Bouanich van Ratos ontvangt, zijn onderworpen aan een bronheffing. De dividenden worden vervolgens in Frankrijk in de belastinggrondslag opgenomen om de verschuldigde IB vast te stellen. Frankrijk laat het in Zweden betaalde belastingbedrag niet in aftrek toe, maar kent een belastingkrediet toe aan Bouanich. Dit belastingkrediet kan echter niet meer bedragen dan de Franse belasting over deze inkomsten. Per 1 januari 2013 heeft Frankrijk deze regeling inzake het belastingplafond ingetrokken. Bouanich is het niet eens met het vastgestelde belastingkrediet. De Franse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat de Franse regeling, waarbij de buitenlandse bronbelasting niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking wordt genomen, in strijd is met het EU-recht. Het HvJ EU overweegt hierbij onder andere dat de beperking van het vrije kapitaalverkeer en de vrijheid van vestiging, die het gevolg is van de Franse regeling, niet worden gerechtvaardigd door de noodzaak om de samenhang van het Franse belastingstelsel te waarborgen, noch door de noodzaak om een evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen de lidstaten te vrijwaren.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 65
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 63
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 49
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 17 maart