A-G Van Hilten is van mening dat volgens de wet het hoge tarief heeft te gelden, maar dat de inspecteur het te honoreren vertrouwen heeft gewekt dat (verse) paddo's levensmiddelen zijn en dat het broed dus ook onder het verlaagde btw-tarief valt.

Belanghebbenden, vof X1 en de heer X2, leveren growkits voor de kweek van paddenstoelen met hallucinerende werking. Een kit bestaat uit een afgesloten doorzichtig plastic bakje met daarin het broed en een tweetal toevoegingen (vermiculiet en perliet) om het vocht te reguleren. In geschil is of voor deze kits het verlaagde btw-tarief van 6% is verschuldigd (standpunt X1 en X2) danwel het hoge 19% tarief (standpunt inspecteur). Rechtbank Leeuwarden stelt de inspecteur in het gelijk. De kits worden namelijk als kant-en-klaar product geleverd aan consumenten die enkel de verpakkking hoeven te openen. Het is dus geen pootgoed. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt echter dat X1 en X2 zich terecht beroepen op het gelijkheidsbeginsel, aangezien voor broed dat wordt gebruikt voor de kweek van eetbare paddenstoelen, zoals champignons, wel het verlaagde tarief wordt toegepast. Het doel waarvoor de afnemer het broed gebruikt, is voor de tarieftoepassing geen onderscheidend criterium. De levering van het broed is de hoofdprestatie. De levering van het plastic bakje en de toevoegingen aan het broed zijn bijkomende prestaties. Op de levering van de kits is dus het verlaagde tarief van toepassing. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie. Advocaat-Generaal Van Hilten is van mening dat de inspecteur het te honoreren vertrouwen heeft gewekt dat (verse) paddo's levensmiddelen zijn en dat het broed dus ook onder het verlaagde tarief valt. Volgens de A-G is het hof ook van een juiste rechtsopvatting uitgegaan bij zijn oordeel dat de levering van de kits één onsplitsbare prestatie is, waarbij de levering van het broed het hoofdelement is en het bakje en de toevoegingen bijkomstig zijn. Los van bovenstaande meent de A-G dat de onderhavige paddo's geen voedingsmiddelen zijn, zodat het broed met paddomycelium geen pootgoed is en dus niet onder het verlaagde tarief zou mogen vallen. De A-G concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep van de Staatssecretaris.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 17 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen