X is stratenmaker en beschikt binnen zijn onderneming over een bedrijfsauto. Voor de bedrijfsauto beschikt hij tot 31 maart 2015 over een ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’. Per 31 maart 2015 beschikt X over een nieuwe bestelauto. Voor deze bestelauto is geen ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ ingediend. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur vast dat X ten onrechte geen bijtelling voor het privégebruik voor de bestelauto heeft aangegeven. Volgens X is de auto door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt voor het vervoer van goederen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen sprake is van een auto die door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor het vervoer van goederen. De afmetingen van de bestelauto van X zijn niet zodanig bijzonder dat de auto in het algemeen naar zijn aard niet geschikt is voor zowel goederen- als personen- en privévervoer. Verder is het interieur van de auto niet zodanig vervuild, of anderszins ongeschikt, dat de auto niet of niet meer geschikt is voor het vervoer van personen. Ook acht de rechtbank van belang dat de aard van de werkzaamheden in het algemeen niet meebrengt dat in de auto plaats nodig is voor een bijrijder. Nu X ook niet overtuigend aantoont dat de auto voor minder dan 500 kilometer op jaarbasis voor privédoeleinden is gebruikt, heeft de inspecteur terecht een bijtelling voor privégebruik in aanmerking genomen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 24 april