X heeft al jaren een rekening-courantschuld aan zijn bv. Eind 2015 bedraagt de schuld € 1,3 mln. X sluit, onder begeleiding van zijn gemachtigden, een vaststellingsovereenkomst met de inspecteur over de rekening-courantschuld. Over deze VSO is veelvuldig en uitgebreid gecorrespondeerd tussen de inspecteur en X. Omdat de rekening-courantschuld eind 2017 meer dan € 75.000 beloopt, corrigeert de inspecteur de IB-aangifte 2016 van X met € 802.000, conform de gemaakte afspraken. X is het hier niet mee eens. Volgens hem is de VSO niet rechtsgeldig tot stand gekomen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X is gebonden aan de VSO. De rechtbank wijst er daarbij op dat (de gemachtigde van) X gesprekken met de inspecteur heeft gevoerd, over en weer is gecorrespondeerd en uiteindelijk een VSO tot stand is gekomen. Verder merkt de rechtbank nog op dat niet aannemelijk is geworden dat X bij het sluiten van de VSO een onjuiste voorstelling van zaken had en dat hij bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet had gesloten. Ook kan niet worden geconcludeerd dat er bij de totstandkoming van de VSO sprake is geweest van bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden. Er is geen enkele vorm van druk op X uitgeoefend en hij werd begeleid door twee professionele gemachtigden. Omdat X in de VSO afstand heeft gedaan van zijn recht op bezwaar, verklaart de rechtbank het beroep gegrond en het bezwaar van X niet-ontvankelijk. De aanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 24 april