X woont in Nederland en is in dienstbetrekking werkzaam als “directeur legal & compliance” voor de in Luxemburg gevestigde A Sarl. In 2013 werkt X 1,5 dag per week vanuit Nederland voor A Sarl en 2 dagen in Luxemburg. Tevens is X middellijk aandeelhouder van A Sarl. X is geen lid van de Raad van Bestuur omdat dit volgens Luxemburgse wetgeving niet is toegestaan. X stelt dat het bestuurdersbegrip van art. 17 van het Verdrag materieel moet worden uitgelegd en dat daarom het heffingsrecht is toegewezen aan Luxemburg en dat Nederland voorkoming van dubbele belasting moet verlenen. In de aangifte IB/PVV 2013 heeft X voor de gehele beloning van A Sarl, ook voor het deel dat ziet op de vanuit Nederland verrichte werkzaamheden, voorkoming van dubbele belasting geclaimd.
Rechtbank Den Haag overweegt dat de door de Hoge Raad geformuleerde definitie van het begrip bestuurder aansluit bij het Nederlandse vennootschapsrecht. Hieruit volgt volgens de rechtbank een formeel (statutair) bestuurdersbegrip. X is (formeel) geen bestuurder van A Sarl. Op grond daarvan is art. 17 van het Verdrag niet van toepassing. Het heffingsrecht voor de werkzaamheden uitgeoefend in Nederland is aan Nederland toegewezen. Over dit deel van het inkomen kan geen voorkoming van dubbele belasting worden geclaimd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 24 oktober