Hof Amsterdam oordeelt dat specifieke zorgkosten niet in aftrek mogen worden gebracht door onder andere ontbreken verband met de ziekte en dubbele aftrek. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

X trekt in de aangiften IB/PVV 2015 en 2016 specifieke zorgkosten af. Het betreft onder andere kosten voor een gezamenlijke AED, dieetkosten, uitgaven voor extra beddengoed en reiskosten inzake bezoek van zijn echtgenote. De inspecteur staat de kosten niet in aftrek toe. X gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam (V-N 2019/42.1.3) oordeelt dat de kosten niet aftrekbaar zijn. De door de buurt gezamenlijk aangeschafte AED houdt geen verband met de ziekte van X. Het ondervoedingsdieet van de echtgenote heeft eenzelfde dieettypering als haar dieet voor COPD, hierdoor wordt het dieet niet nogmaals in aftrek toegelaten. Ook de kosten voor extra beddengoed zijn niet aannemelijk. De verklaring dat X een jaar lang in bed moest liggen is onvoldoende. Verder weigert het hof de aftrek voor de reiskosten voor bezoek van de echtgenote, omdat zij samen reisde met X en dit een dubbele vergoeding in zou houden. Het hoger beroep is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 37 lid 3

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 24 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen