Rechtbank Den Haag oordeelt dat het testament zijn betekenis heeft verloren. X is dan ook terecht aangemerkt als enige erfgenaam.

Belanghebbende, X, is de zoon van A en B. X is geboren in 2004. A maakt in 2003 een testament op. Hierin wijst hij B aan als zijn erfgenaam, als hij overlijdt zonder achterlating van een erfgenaam. A overlijdt op 25 augustus 2013. De inspecteur legt een aanslag erfbelasting op aan X, en merkt daarbij X als enige erfgenaam aan. X stelt dat dit niet de bedoeling van A kan zijn geweest.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het testament zijn betekenis heeft verloren, aangezien A een afstammeling heeft achtergelaten. Het testament van A voorziet namelijk uitsluitend in het geval dat hij zonder achterlating van afstammelingen zou overlijden vóór B. Volgens de rechtbank heeft de erfopvolging dan plaats bij versterf. Nu X het enige kind van A is, en A en B echtgenoot noch geregistreerd partner van elkaar waren, is X de enige erfgenaam van A. De aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 29 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen