Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur niet verplicht is om de administratie van de gefailleerde oud-werkgever van de heer X te raadplegen. X heeft zelf voldoende gelegenheid gehad om sluitend bewijs te leveren. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, de heer X, is in dienstbetrekking werkzaam en ontvangt daarnaast een WAO-uitkering. In geschil is de IB-aanslag over 2008 en in het bijzonder de hoogte van het genoten loon en de hoogte van de arbeidskorting. Volgens X heeft hij door het faillissement van zijn werkgever minder loon ontvangen dan door deze is opgegeven en moet zijn WAO-uitkering op één lijn worden gesteld met uitkeringen wegens tijdelijke werkloosheid. Rechtbank Haarlem handhaaft de aanslag. X gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam (EK VI, 5 september 2013, 12/00321, V-N Vandaag 2013/2546) oordeelt dat de inspecteur niet verplicht is om de administratie van de oud-werkgever van X te raadplegen. X heeft bovendien zelf voldoende gelegenheid gehad om hiertoe sluitend bewijs te leveren, bijvoorbeeld door het overleggen van een compleet overzicht van zijn betaalrekening(en). Het bewijsaanbod van X wordt mede daarom gepasseerd. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 1.7a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

1

Gerelateerde artikelen